Joden verstopt naast orgel in de Breepleinkerk
ROTTERDAM – Ds. Brillenburg Wurth had een idee: een Joods echtpaar moest maar onderduiken op de zolder van ‘zijn’ Breepleinkerk. Toen de predikant het plan aan de koster voorlegde, kwam die met een verrassing: de zolder werd al meer dan een jaar als schuilplaats gebruikt. Het echtpaar kon er nog wel bij.
Zaterdag onthulde burgemeester Aboutaleb een plaquette bij het kerkgebouw. Bijna drie jaar lang werden daar Joden verborgen gehouden. De koster was timmerman geweest. Hij maakte een schuilplaats op de zolder naast het orgel. Het was moeilijk om er te komen: via een wenteltrap, een stenen trap en een ladder.
Maurice en Rebecca Kool kropen er weg nadat ze in 1942 waren opgeroepen voor een enkele reis Duitsland. Ze zouden zes weken naar de kerk gaan. Het werden 34 maanden.
Ook Maurices ouders kwamen er terecht. En op voorspraak van ds. Brillenburg Wurth vonden ook Hendrik en Sophie de Zoete een veilig onderkomen op zolder. De zesde onderduiker werd in de kosterswoning geboren, met hulp van een Surinaamse oogarts: het zoontje van Maurice en Rebecca. Het kind bleef bij de koster in huis; in de kerk was babygehuil te gevaarlijk.
Drie weken voor de Bevrijding vielen de Duitsers de kerk in Rotterdam-Zuid binnen. Niemand werd gevonden. De koster werd opgepakt, maar omdat hij zijn mond hield overleefden de onderduikers de oorlog.
