Marco den Toom wil in koraalboek ambachtelijke romantiek bieden
Opnieuw doet organist en dirigent Marco den Toom (33) van zich spreken. Na zijn veelbesproken oratorium ”Jezus op aarde” komt hij met een compleet koraalboek voor de kerkorganist. Daarin wil hij ambachtelijke romantiek bieden.
Het was stressen om én het boek én de cd waarop alle psalmen zijn ingespeeld op tijd af te hebben voor de presentatie, volgende week zaterdagmiddag in de Bovenkerk van Kampen. Maar Marco den Toom is het componeren nog lang niet zat. „Ik ga dit missen. Het was erg leuk om te doen.”
Het schrijven van voorspelen en koraalzettingen bij alle 150 psalmen is een speciaal gebeuren, zegt de musicus uit Hoevelaken. „Heel anders dan mijn oratorium uit 2008. Dat is een koorstuk met eigentijdse melodieën, gedacht vanuit een symfonische, haast opera-achtige sfeer. Psalmbewerkingen voor orgel zijn authentieker. Je hebt te maken met 16e-eeuwse melodieën en je zit veel dichter bij het componeerambacht, omdat elke stem z’n eigen lijn heeft.”
Het maken van het koraalboek is een groeiproces geweest. „Voor cd-opnamen van koor- en samenzang heb ik de gewoonte voorspelen bij de psalmen te schrijven. Zodoende had ik al een heel stapeltje ideeën liggen. Zo’n zeven jaar geleden heb ik besloten door te gaan en alle 150 psalmen te bewerken. Vooral het laatste jaar heb ik er heel intensief aan gewerkt.”
De bewerkingen ontstonden ook in een wisselwerking met zijn eigen orgelspel in de zondagse eredienst. „Tot afgelopen juni was ik organist in de Ichthuskerk van Soest. Sinds 2007 speel ik ook in de Oude Kerk van Putten. Totaal verschillende ruimtes, een kleine en een grote gemeente. De orgels verschillen, de mensen zingen anders. Harmonisaties die in Soest heel goed bruikbaar zijn, werken in Putten lang niet altijd. Daardoor moest ik allerlei zettingen die thuis heel geschikt leken, aanpassen. Daar heb ik veel van geleerd.”
Het koraalboek is gedacht vanuit het ritmisch zingen. Kunnen organisten in kerken waar de psalmen isoritmisch worden gezongen er ook mee uit de voeten? Den Toom: „Dat ligt gecompliceerd. Ik geloof er niet in dat je zettingen kunt schrijven die voor beide situaties bevredigend zijn. Daarom heb ik bewust voor de ritmische variant gekozen. Een organist die een beetje handig is kan overigens prima mijn zettingen in een niet-ritmische setting gebruiken, maar het vraagt wat aanpassingen. Kun je dat niet, dan moet je misschien naast mijn voorspelen uit een ander boek de koralen spelen.”
Koraalboeken voor de organist zijn er inmiddels in soorten en maten: Worp en Van Eijken, Leen Schippers en Willem Hendrik Zwart, Jaap Niewenhuijse en Dick Sanderman (twee keer), Cor van Dijk en Martin den Boer. Waar staat het boek van Den Toom het dichtst bij? „Ik denk dat mijn koraalbundel iets toevoegt omdat hij bij geen van die boeken in de buurt zit. Vaak keek ik wel even hoe anderen met een psalm omgaan. Maar in hun aanpak herkende ik me meestal niet. De enige die ik vaak overhield was Sanderman. Voor zijn werk heb ik gaandeweg dit proces veel waardering gekregen, ook al is de stijl die hij hanteert meestal niet de mijne.”
Volgens Den Toom is in zijn boek in vergelijking met andere bundels een heel eigen idioom te vinden. Hoe hij dat omschrijft? „Ik ben een volbloed romanticus, dus ik benader de psalmen vanuit romantisch perspectief. Maar dan wel op een ambachtelijke manier. Romantisch heeft vaak de klank van rommelen met de regels. Maar dat hoeft helemaal niet. Ik heb me voor dit boek juist grondig verdiept in de regels van het componeren en harmoniseren. Die wil ik op een gezonde, niet-wettische manier toepassen. Daarbij inspireren romantische componisten als Franck, Widor en Brahms me. Maar ook de Engelse Herbert Howells en de Nederlanders Jan Zwart en Pieter Stolk. Die mix is het Marco den Toomgezicht geworden.”
De term ”gekruide akkoorden” gebruikt Den Toom liever niet, vanwege de negatieve klank daarvan. Maar dat hij graag met spannende akkoorden en harmonisaties werkt is overduidelijk. „Je treft bij mij geen strakke Goudimelzettingen aan, inderdaad. Maar het moet niet goor worden. Dat is mijn missie, ook met dit boek: de romantische hoek uit het slijk halen, de goede romantische Hollandse koraalkunst stimuleren.”
Daarbij zijn wat hem betreft vrijwel alle vormen in de eredienst bruikbaar: fuga, canon, aria, trio, toccatine, mars, fanfare. „Dit boek weerspiegelt míjn geloofsbeleving. Bij een lofpsalm hoort wat mij betreft feestelijke muziek. Een Spaanse batalla bij Psalm 19 past prima, net als de fanfarevorm bij Psalm 150. En een knipoog naar de Marche Solennelle van Mailly bij Psalm 113 is heel toepasselijk, net als het thema van Guilmants Marche funèbre bij Psalm 137.”
Bewust zocht Den Toom steeds weer naar andere vormen. „Bij elke nieuwe psalm probeer je weer van alles. Een trio kan altijd. Maar als ik net een trio had gehad, wilde ik toch iets nieuws, om creatief te blijven. Soms ging het wat minder gemakkelijk om met een vondst te komen, zoals bij Psalm 103. Dan val je terug op een eenvoudige vorm die je bij elke psalm zou kunnen gebruiken. Een heel enkele keer hanteerde ik een vorm die puriteinen wellicht te plat zullen vinden, zoals het feestvoorspel bij Psalm 56. Maar dat moet een keer kunnen in het geheel van zo’n bundel.”
Het koraalboek is af, maar dat wil niet zeggen dat Den Toom klaar is. „Ik heb de Eenige Gezangen buiten dit boek gehouden. Waarschijnlijk ga ik verder met de bekendste gezangen. Daarnaast wil ik de orgelliteratuur verrijken met vrije werken, in de lijn van de Toccata Ruisseau die ik voor het jubileum van Herman van Vliet schreef. De innerlijke drang om te componeren is niet meer te stoppen, vrees ik.”
Kijk op www.con-passione.nl voor meer informatie over het koraalboek.
Origineel en veelzijdig
Laat ik maar met de deur in huis vallen: Marco den Toom heeft met zijn ”Koraalboek bij de psalmen” een enorme prestatie geleverd. Een zeer omvangrijke klus: 150 voorspelen en 150 koraalzettingen. En dan ook nog eens alle voorspelen als inspirerend luistervoorbeeld meegeleverd op cd. Het resultaat is origineel en veelzijdig. De onmisbare inleiding biedt, naast praktische informatie, zicht op bedoeling en opvattingen van de componist, die net als zijn speelstijl niet alledaags zijn. Daarin zit mijns inziens ook zijn kracht. Het is typisch Marco den Toom, volbloed romanticus, maar heerlijk eigenzinnig.
De voorspelen zijn in vorm en stijl zeer divers. Sommige fragmenten zijn ontleend aan bekende componisten (Psalm 2, 51, 113, 137). Er zijn vrije voorspelen met prachtige melodieën en harmonieën (Psalm 4, 17, 38, 69, 130), maar ook voorspelen met een klassieke vaste vorm, zoals trio (Psalm 11, 62, 65), canon (Psalm 15, 32, 63, 110), fuga (Psalm 7, 29, 47, 66, 77) en zeer fraaie grotendeels tweestemmige bewerkingen (Psalm 37, 59, 104, 128, 129). Ook kom ik meer dan eens een toccatavorm tegen waarin het vurige spel van Den Toom zeer herkenbaar is (Psalm 9, 21, 34, 75, 81, 138). Soms is het idioom wat moderner (Psalm 35 in 5/8-maat, 76, 125). Ook de moeilijkheidsgraad is divers. Veel is niet moeilijk. Maar er is ook genoeg waar flink op gestudeerd zal moeten worden.
De voorspelen zijn uitgebreid, maar met duidelijke tekens in te korten en te vereenvoudigen. Enkele psalmen (die vaak als hoog ervaren worden) zijn lager genoteerd dan gebruikelijk (Psalm 16, 97, 106). Dat vind ik een pluspunt. Wel vind ik het jammer dat verschillende psalmen met dezelfde melodie steeds in dezelfde toonsoort zijn genoteerd. In sommige voorspelen komt wel erg weinig materiaal uit de psalmmelodie voor (Psalm 1, 6, 55, 60, 134). Daar moet een gemeente zelfstandig weten wat de te zingen melodie is. De koraalzettingen zijn eenduidiger in hun stijl. Maar wel origineel en vol verrassende harmonieën en wendingen, soms even wennen.
Een positieve aanvulling? Zeker weten. En een bron van inspiratie en speelvreugde!
Minne Veldman, Urk
Vakman die weet wat hij doet
Dat Marco den Toom een romanticus in hart en nieren is, mag duidelijk zijn. Als uitvoerend musicus maakt hij daar geen geheim van. Dat dit romantische geluid ook doorklinkt in zijn koraalboek, is derhalve niet meer dan logisch. En trouwens, wat is er mis met een goed romantisch voorspel? Natuurlijk, soms maakt hij keuzes die ik niet gemaakt zou hebben. Zo vind ik de voorspelen van Psalm 14 en 130 niet zo passen bij de inhoud van deze psalmen. Maar dat is ook een kwestie van smaak. Toch is het niet allemaal romantiek wat de klok slaat. Den Toom heeft ook voorspelen gemaakt die meer op klassieke of zelfs moderne leest geschoeid zijn. Daarmee laat hij zien dat hij ook dat idioom beheerst.
Een aantal voorspelen wil ik eruit lichten: Het voorspel van Psalm 6 is een indrukwekkende verklanking van de inhoud van deze psalm. Wat dat betreft had ik graag gezien wat er gebeurd was als deze stijl ook in de koraalzetting was verwerkt. Het enthousiasme in Psalm 89 werkt aanstekelijk! Het voorspel van Psalm 110 is een prachtige canon, gesetteld binnen een weldadig harmonisch klimaat. De fanfare van Psalm 125 vond ik in één woord gewoon gaaf!
Niet alles in deze bundel is even gemakkelijk speelbaar. Soms zal er echt gestudeerd moeten worden. Maar door de mogelijkheid van inkorten en het gebruik van vereenvoudigde alternatieven is het bruikbaarheidsgehalte maximaal. Marco is bij het harmoniseren uitgegaan is van de ritmische zetting. Terecht merkt hij in het voorwoord op dat „een universele zetting altijd ten koste gaat van de kwaliteit van één van de begeleidingswijzen.” Dat betekent wel dat de zettingen voor de niet-ritmische begeleidingspraktijk niet altijd even geschikt zijn.
Tot slot kan ik stellen dat je aan alles merkt dat hier een vakman aan het werk is geweest die weet wat hij doet! In dit koraalboek vind je geen populaire deuntjes, nergens bewandelt Marco den Toom goedkope paadjes. Nee, hij is een componist die geluisterd heeft naar de logica van zijn eigen muzikale verhaal met respect voor de grondprincipes van harmonie en contrapunt. Met dit koraalboek heeft hij een prestatie van formaat neergezet!
Chiel Jan van Hofwegen, Alblasserdam