Brits verzet tegen EU taaier dan gedacht
LONDEN – De Britse premier David Cameron heeft in zijn Conservatieve Partij met meer verzet tegen de Europese Unie te maken dan hij had verwacht. Zonder de oppositie zou zijn beleid stranden.
Het leek vorige week een routinedebat te worden. Enkele dwarsliggers uit Camerons eigen partij kwamen met een voorstel voor een referendum om uit de EU te stappen. Nu het in de EU op overleven aankomt, neemt de populariteit van de samenwerking af. En omdat de Britten toch niet meedoen met de euro, kun je je beter maar losmaken van dat Brusselse gedoe, redeneerden zij.
Toch werd het geen routinestemming. Van de 307 Conservatieve parlementsleden stemden er 81 tegen de partijlijn in. En sindsdien gonst het in de Britse media van beschouwingen hoe Cameron hiermee moet omgaan.
De Britse benadering was altijd die van de handelsman: de Unie als interne markt. En die houding heeft gewerkt. Momenteel gaat de helft (49 procent) van de Britse export richting de EU.
Jarenlang leek het debat over Europa grotendeels weg uit de Britse politiek. In de jaren tachtig en negentig was dit anders. Eerdere premiers als Major en Thatcher beschrijven in hun memoires dat hun regeringen volkomen verlamd waren door de verdeeldheid over het Europese vraagstuk. Thatcher gaf het hoofdstuk over de Europese Monetaire Unie (EMU) veelzeggend de het opschrift ”Babel Express” mee.
Blair en Brown hadden ook te maken met het verzet tegen de Europese integratie, maar hun ministers bleven nog redelijk eensgezind. Toch heeft Blair zijn belofte over een referendum over de euro nooit durven nakomen.
Dat de euroscepsis juist onder Cameron weer de kop opsteekt, is niet vreemd. Volgens The Economist van deze week is hij „waarschijnlijk de meest eurosceptische premier” sinds Groot-Brittannië in 1973 toetrad. Zodoende wekte hij hoge verwachtingen, onder andere over de terugkeer van bevoegdheden vanuit Brussel naar Londen. Sinds zijn aantreden als premier voorjaar 2010 is daar echter weinig van gekomen.
Nu is zijn achterban dus boos. Het zijn vooral jonge parlementsleden die tegen het partijadvies in stemden. Als de stemming bovendien een vrije kwestie zonder partijadvies was geweest, was het verzet tegen Cameron nog groter geweest.
Cameron wees de volksraadpleging overigens niet principieel van de hand. Alleen was het er „nu de tijd niet voor”, zei hij, wijzend op de crisis rond de munt. Dat betekent echter ook dat het debat vanzelf weer een keer terugkomt.