Buitenland

Corsica blijft doorn in het Franse vlees

Al heel lang eisen Corsicaanse bevrijdingsfronten „erkenning van de nationale rechten van het Corsicaanse volk, vernietiging van het Franse kolonialisme inclusief leger en overheidsdiensten, inbeslagneming van eigendommen en toerisme, landbouwhervorming en recht op zelfbeschikking.” Maar toen het er afgelopen zondag op aankwam, bleek iets meer dan de helft van de Corsicanen terug te schrikken voor meer autonomie.

Marie van Beijnum
10 July 2003 11:46Gewijzigd op 14 November 2020 00:25

Corsica is altijd een doorn in het Franse vlees geweest nadat het in 1768 werd ingelijfd bij de republiek. Sinds mensenheugenis leeft er op dit weerbarstige eiland een sterk besef van een aparte positie.

De bevolking is er in zichzelf gekeerd, trots, hartstochtelijk en soms gewelddadig. Niet toevallig leverde juist Corsica een zoon aan Parijs voor het illustere keizerschap: Napoleon Bonaparte, klein maar dapper.

Er heerst op dit eiland in de Middellandse Zee een fanatieke gehechtheid aan familie en aan eer, en als die wordt geschonden dreigt er een vete: de beruchte vendetta. Het is er woest en bergachtig en het landschap wordt omschreven als schitterend. Het overal taaie struikgewas heet de maquis en blijkt met name in de zomer, zoals nu, dor en licht ontvlambaar. Alles bij elkaar geen wonder dat tientallen schrijvers zich door Corsica lieten inspireren.

In de jaren zeventig ontstonden de eerste afscheidingsbewegingen op Corsica. In antwoord op niet te onderschatten aspiraties kreeg Corsica in 1982 van de minister van Binnenlandse Zaken Defferre een apart statuut. Met een rechtstreeks verkozen territoriale assemblee. In 1992 gaf minister Joxe het eiland nog meer economische en culturele mandaten.

Verder kon men niet gaan. Het plafond was bereikt. Artikel 2 van de Franse grondwet schreef immers voor dat La France een ondeelbare republiek is. Met andere woorden: geen ”status aparte” voor een geheel eigen Corsicaans of een Bretons volk.

Afgezien van dit ene punt kwam de regering in Parijs de Corsicaanse bevolking de afgelopen jaren op allerlei punten tegemoet. Zo werd er in 1996 een rampenplan opgesteld om de stagnerende eilandeconomie vlot te trekken. Tot de maatregelen behoorden onder meer belastingvoordelen om investeringen en export te bevorderen. BTW en erfenisrechten werden lager en Corsica ging zelf 10 procent van de heffingen op olieproducten innen. Verder verklaarden de autoriteiten dat de Corsicaanse taal deel was van het nationale culturele erfgoed.

Hoewel Frankrijk Corsica een grote mate van zelfstandigheid gaf, bleven de nationalisten op Corsica dit alles interpreteren als „machtsambities van een koloniale mogendheid.” De koppige separatisten weigerden de uitgestoken hand aan te nemen, tenzij die geld in het laatje bracht. Zo hielden ze de Franse autoriteiten jarenlang in een wurggreep, wat gepaard ging met grootschalige afpersing, fraude en chantage. Corsica teerde voornamelijk op Europese subsidies, Franse belastingcenten, bijstands- en andere uitkeringen.

Minister Sarkozy, de meest doortastende jongen van het Franse kabinet, ging zich uiteindelijk met de kwestie bezighouden. De vrouw met wie hij eerder was getrouwd, komt van Corsica, dus hij weet van de hoed en de rand. Zijn bemoeienis leidde ertoe dat de Corsicanen afgelopen zondag konden stemmen over een nieuw en veelbelovend eilandstatuut.

Sarkozy’s voorstel hield in dat de twee departementen waaruit Corsica bestaat, zouden fuseren en dat het bestuur daarvan meer macht kreeg. Het zou bijvoorbeeld belasting mogen heffen en meer controle krijgen over de nutsvoorzieningen.

De Franse regering wilde met het statuut de Corsicaanse nationalisten als het ware neutraliseren door ze in het politieke proces te binden en hen af te houden van geweld en scheiding van Frankrijk. Ook streefde Parijs naar een zekere modernisering van het bestuursstelsel. Een proportionele vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen moest een bom leggen onder de feodale structuren.

Hoewel het voorstel veelbelovend was, stemde een krappe meerderheid van 51 procent tegen. Dat was een flinke tegenvaller voor zowel de regering in Parijs als de Corsicaanse nationalisten, die op dit moment een monsterverbond hadden gesloten. President Chirac toonde zich teleurgesteld nu alles op het eiland bij het oude dreigt te blijven.

De uitslag van het referendum laat zien dat de politiek op Corsica momenteel gepolariseerder is dan ooit. Het zuiden van het eiland stemde overwegend tegen, en dat gold eveneens voor het binnenland. Ook Bastia, hoofdstad van Haute-Corse, was in meerderheid tegen. Ajaccio, de hoofdstad van het zuiden, stemde echter voor.

Zowel de voor- als de tegenstemmers zijn ook weer onderling verdeeld. En daarom kan volgens Jean d’Omesson van de Académie Française ook niet echt worden gesproken van een absolute zege of van een nederlaag voor een van de partijen.

Twee dagen voor het historische referendum arresteerde de politie op een schapenboerderij op het eiland Yvan Colonna, hoofdverdachte van de moord op de prefect van Corsica, Claude Erignac, in 1998. Colonna is overgebracht naar Parijs. Er is een onderzoek tegen hem ingesteld in verband met moord, een in het Franse recht gebruikelijke stap die vooraf gaat aan de beschuldiging van moord.

Vandaag maakten Corsicaanse advocaten in de Franse media hun borst al nat. Ze vinden dat de verdachte het slachtoffer is van de tragische geschiedenis van het eiland.

De stem tegen meer autonomie op Corsica valt vooral toe te schrijven aan Frankijk-gezinden en aan bepaalde machtige familieclans die per definitie niet willen dat er aan hun belangen wordt getornd. Corsicanen voelen zich geen Fransen, maar ze willen zich dus toch niet losmaken van Frankrijk - althans, de nipte meerderheid niet. Ze zijn dus wederom blijvend tot elkaar veroordeeld, Frankrijk en Corsica.

Nu de status quo wordt gehandhaafd, is het niet uitgesloten dat de extremistische nationalisten voortgaan met het plegen van bomaanslagen op vooral ’buitenlandse’ c.q. Franse bedrijven en vakantiehuisjes (waarbij gelukkig zelden slachtoffers vallen).

Daags na het referendum werden in het zuiden van het eiland al weer vier vakantievilla’s opgeblazen. Er is niets nieuws onder de Corsicaanse zon.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer