Tegemoetkomingen gezondheidszorg versoberd
De ministerraad is onlangs akkoord gegaan met twee versoberingsmaatregelen die betrekking hebben op de kosten van de gezondheidszorg. De bezuinigingsmaatregelen moeten het recht op een tegemoetkoming in de kosten voor gezondheidszorg meer afhankelijk maken van de draagkracht van personen.
De eerste maatregel betreft de invoering per 1 januari 2013 van een eigen bijdrage voor personen met een vermogen voor de volksverzekering AWBZ en de WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning).
De WMO zorgt ervoor dat iedereen kan meedoen in de maatschappij en zelfstandig kan blijven wonen. Het gaat bijvoorbeeld om personen met beperkingen door ouderdom, handicap of een chronisch psychisch probleem. Gemeenten voeren de WMO uit.
De maatregel houdt in dat 4 procent van het vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting (inkomen uit sparen en beleggen) bij het bijdrageplichtige inkomen extra wordt meegeteld.
De tweede maatregel betreft het inkomensafhankelijk maken van de tegemoetkoming in de (meer)kosten die het gevolg zijn van een ziekte of handicap zoals opgenomen in de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (WTCG).
Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan extra stookkosten en speciale kleding. Tot nu toe werd er IN de WTCG geen rekening gehouden met de financiële draagkracht, waardoor ook personen met relatief hoge inkomens een tegemoetkoming ontvingen.
Huishoudinkomen
De ministerraad stelt voor om de WTCG afhankelijk te maken van het huishoudinkomen. Alleenstaanden met een inkomen boven de 24.570 euro krijgen vanaf tegemoetkomingsjaar 2012 (uit te keren in 2013) geen tegemoetkoming meer. Bij een huishoudinkomen (met een partner) van 35.100 euro of meer vervalt de tegemoetkoming. Vanaf 2013 moet deze maatregel structureel 250 miljoen euro gaan opleveren.
De ministerraad kiest hiermee voor een maatregel die ervoor moet gaan zorgen dat de tegemoetkoming bij de beoogde doelgroep terechtkomt. Er klinkt echter veel kritiek op deze bezuinigingsmaatregel. Ondanks de extra 15 miljard euro die het kabinet beschikbaar stelt voor de zorg heeft de vaste Kamercommissie voor volksgezondheid, welzijn en sport tijdens de behandeling van de wetswijziging de nodige kanttekeningen geplaatst. Met name de omvang van het aantal bezuinigingsmaatregelen leidt tot vragen. Niet alleen wordt de WTCG versoberd, er wordt ook bezuinigd op de Wajong, de WSW en het persoonsgebonden budget.
Zorgtoeslag
Daarnaast zal de zorgtoeslag worden verlaagd en het eigen risico worden verhoogd.
Het inkomensafhankelijk maken van de WTCG leidt verder tot toenemende uitvoeringslasten, zowel voor het Centraal Administratiekantoor als voor de Belastingdienst. Beoordeeld zal moeten worden of deze uitvoeringslasten in verhouding staan tot het totale budget dat aan deze vergoeding wordt uitgegeven.
En daar wringt de schoen. Er is vanuit de politiek veel kritiek (geweest) op het invoeren van de WTCG als vervanging van de (vroegere) fiscale regeling van de buitengewone uitgaven. Laatstgenoemde regeling maakte het mogelijk dat belastingplichtigen in de aangifte inkomstenbelasting kosten voor zorg in aftrek brachten op het inkomen.
Onder de WTCG wordt echter –op basis van voor veel burgers ondoorzichtige criteria– een tegemoetkoming toegewezen. De gepretendeerde doelstellingen van eenvoud en het bereiken van de juiste doelgroep lijken daarmee in het geding te zijn.
Daarnaast houdt de voorgestelde systematiek geen rekening met inkomensstijgingen en -dalingen, omdat er gekeken wordt naar inkomensgegevens van een jaar vóór het tegemoetkomingsjaar.
Vermogenstoets
Een andere –hiervan losstaande– maatregel betreft de invoering met ingang van 2013 van een vermogenstoets voor degenen die aanspraak willen maken op een zorgtoeslag. Een wetsvoorstel hiertoe werd onlangs bij de Tweede Kamer ingediend.
De maatregel houdt in dat huishoudens met een vermogen dat hoger is dan het heffingsvrije vermogen in box 3 plus 80.000 euro, niet meer in aanmerking komen voor een zorgtoeslag. Het heffingsvrije vermogen in box 3 bedraagt 20.785 euro (2011) voor alleenstaanden en 41.570 euro (2011) tezamen met een partner.
Het heffingsvrije vermogen wordt in bepaalde situaties verhoogd. Dit is onder meer het geval als een of meer minderjarige kinderen deel uitmaken van het huishouden.
Verder geldt voor 65-plussers een verhoging in de vorm van een ouderentoeslag. Daarnaast bestaan er nog diverse vrijstellingen voor box 3-vermogen zoals de vrijstellingen voor maatschappelijke beleggingen, culturele beleggingen, durfkapitaal, voorwerpen van kunst en wetenschap en bos- en natuurterreinen en landgoederen.
De eigen woning behoort overigens niet tot het box 3-vermogen, zodat dit vermogen niet meetelt voor de vermogenstoets voor de zorgtoeslag.
De auteur is werkzaam in de belastingadviespraktijk van PwC. Reageren? fiscaliteiten@refdag.nl