Kerk & religie

Ex-moslim Joseph betaalde hoge prijs voor navolging van Christus

Christenen in het Midden-Oosten hebben het zwaar, maar een klein deel van hen lijdt dubbel: de ex-moslims die christen worden. Ze worden niet alleen zwaar vervolgd, maar vinden daarnaast nauwelijks gehoor bij de gesloten christelijke gemeenschap. Hoe schrijnend dat is, beschrijft veertiger Joseph Fadelle, pseudoniem voor een Iraakse christen die alles verloor en alleen Christus overhield. „Christus heeft nooit gezegd dat het makkelijk zou zijn.”

Jacob Hoekman
2 November 2011 18:47Gewijzigd op 14 November 2020 17:27
Een kerk op een bergketen in het noorden van Irak. Kerken mogen op geen enkele manier evangeliseren in het land. Als blijkt dat christenen moslims ertoe hebben overgehaald christen te worden, volgen zware represailles. Foto RD
Een kerk op een bergketen in het noorden van Irak. Kerken mogen op geen enkele manier evangeliseren in het land. Als blijkt dat christenen moslims ertoe hebben overgehaald christen te worden, volgen zware represailles. Foto RD

Mohammed is voorbestemd om de pater familias te worden van de vooraanstaande sjiitische familie Moessaoei uit Bagdad. Dat is niet gering, want de stam Moessaoei heeft onder sjiitische moslims een bijna mythische status. De leden kunnen bogen op een directe afstamming van de zevende van de twaalf sjiitische imams, Moesa al-Kadhim, en daarmee uiteindelijk op afstamming van de profeet Mohammed zelf. De stam bracht illustere leden voort: de Iraanse ayatollah Khomeini was een Moessaoei, en hetzelfde geldt voor de huidige leider van Hezbollah in Libanon, Hassan Nasrallah.

Om zich voor te bereiden op zijn taak als toekomstige leider van de tak in Bagdad leidt de jonge Mohammed in het Irak onder Saddam Hussein een leven in weelde. Maar als hij zijn verplichte diensttijd in Saddams leger vervult, verandert in korte tijd alles.

Hij komt op een kamer met de oudere Massoed, een christen uit het noorden van Irak. Die heeft iets wat Mohammed mist. Hij verdiept zich in het christendom en krijgt dan een droom waarin een man aan de overkant van een beek staat. „Om de beek over te kunnen steken, moet je eten van het brood des levens”, zegt de man.

De droom raakt Mohammed diep, zeker wanneer hij de tekst daarna terugvindt in Johannes 6. Mohammed kan niet anders, hij móét geloven in Jezus Christus, Die deze woorden tot hem richt.

En dan beginnen de problemen. Grote problemen. Zelfs Massoed reageert onthutst, bewust als hij zich is van het gevaar wanneer iemand uit de moslimgemeenschap christen wordt.

Als de diensttijd voorbij is en Mohammed terug moet naar het ouderlijk huis van de familie Moessaoei, zwijgt hij in alle talen. Hij doet hij zich voor zijn familie voor als moslim, maar klopt in het geheim aan bij de kerken in Bagdad. Die blijken echter bijna allemaal een gesloten bastion te zijn voor ex-moslims, vanwege het strikte verbod dat de overheid heeft uitgevaardigd op evangelisatie. Zelfs wie een moslim helpt die uit eigen beweging naar de kerk stapt, kan op zware represailles rekenen.

Het gevolg: de angst regeert in de kerken. Sommige geestelijken winden daar ook geen doekjes om. „We kunnen omwille van één schaap niet riskeren dat de hele kudde in gevaar komt”, zegt een van hen. Slechts een enkeling blijkt bereid Mohammed te helpen en zijn geestelijk leidsman te zijn.

Als zijn zoektocht uiteindelijk toch openbaar komt, blijkt de ware aard van de familie Moessaoei. Het enige wat telt, is dat de eer gered moet worden. En dus wordt Mohammed naar de hoogste sjiitische autoriteit van Irak gesleept, de later door Saddam Hussein vermoorde ayatollah Mohammed Sadr.

Een jaar en vier maanden verdwijnt Mohammed in een beruchte gevangenis, waar hij stelselmatig wordt gemarteld.

Na talloze ontberingen weet Mohammed zich aan de ijzeren greep van zijn familie te ontworstelen. Via Jordanië komt hij uiteindelijk in Frankrijk terecht, waar hij sinds tien jaar woont met zijn vrouw en hun kinderen. Hij noemt zich intussen Joseph Fadelle, omdat hij niet langer een islamitische naam met zich mee wil dragen.

Onlangs was Fadelle in Nederland ter gelegenheid van het verschijnen van een boek met zijn levensverhaal: ”Duur betaald”. Nog altijd heeft hij te kampen met bedreigingen. „Sinds ik in Frankrijk woon, kan ik mijn geloof gemakkelijker en zonder angst uitoefenen. Maar na het verschijnen van het boek in Frankrijk werd het moeilijker.

Ik werd bedreigd door een moslimsjeik uit Syrië, met wie ik wel eens sprak. Als ik zo zou doorgaan, zei hij, zou hij iemand op me afsturen om me met messteken om het leven te brengen. Een dertienjarige jongen, of desnoods een zwerver voor wie het leven in de cel beter zou zijn dan het leven op straat.

Ik werd lastiggevallen via de telefoon, dan klonken er Koranteksten. Of er stond opeens om 23.00 uur ’s avonds een zogenaamde koerier aan de deur. Ik ben om die redenen verhuisd. Sindsdien ben ik uitermate voorzichtig met het geven van mijn adres.”

De orthodoxe kerken in het Midden-Oosten hebben uw zoektocht naar Christus uit angst jarenlang bemoeilijkt. Hoe kijkt u daar nu tegen aan?

„Christen worden ging niet van een leien dakje, maar Christus heeft ook nooit gezegd dat het makkelijk zou zijn. Hij heeft gezegd: Om Mij zullen jullie vervolgd of onderdrukt worden. Jullie worden niet met open armen en met bloemen ontvangen.”

Behalve het geloof in Christus is ook het opgenomen worden in de kerk en gedoopt worden voor u van ongelooflijk groot belang. Waarom?

„Ben je niet gebonden aan de kerk, dan ben je in mijn optiek dood. Voor mij kan het christelijke geloof niet zonder liturgie. Het geloof is Jezus Christus én alles eromheen. Ik ervaar de kerkelijke rituelen als voedsel voor mijn ziel.

Maar tegelijk hecht ik niet veel waarde aan labeltjes zoals orthodox, protestants of rooms-katholiek. Dat zijn maar namen. Jezus Christus is de bron. Hij keert terug op deze aarde voor alle christenen. Ik bid voor iedereen dat de kerk verenigd wordt. In Europa, in het Midden-Oosten: overal. Verschillen maken ons als christenen zwakker. Zijn we samen één, dan staan we sterker.”

Tijdens uw zoektocht kende u jarenlang nauwelijks andere christenen. Toch heeft u nooit getwijfeld aan de juistheid van uw keuze voor Christus. Hoe kon u zo standvastig zijn?

„Ja, ik heb standvastig voor Christus gekozen. Maar ik ben geen held. Ik ben gewoon een mens en ik handel in de kracht van Christus. Ik voel me nietig als ik denk aan al die mensen die echt hun leven voor Jezus Christus hebben opgeofferd.” Hij herhaalt het met klem. „Ik blijf gewoon een mens.”

Aan het eind van uw boek staat nog één grote post open: het kunnen vergeven van uw familie. Kan een mens dat ooit opbrengen na alles wat u heeft meegemaakt?

„Het vergeven van mijn familie is het moeilijkste wat Christus van mij heeft gevraagd. Zeggen dat je iemand vergeeft is gemakkelijk. Maar om het echt in je hart te voelen, daar gaan jaren overheen. Lange tijd heb ik mijn familie alleen maar gehaat. Nu voel ik geen haat meer. Ik bid voor hen en houd van hen. Het is gemakkelijker geworden.”

Heeft u nog contact met hen?

„Ik heb contact met één broer. Met hem praat ik niet over het geloof, dan gooit hij meteen de hoorn erop. Mijn familie in Irak weet niet van het bestaan van dit boek. Mijn zoon van 18, Paul, die de vlucht uit Irak heeft meegemaakt, heeft een poging gedaan het te lezen. Maar hij heeft het boek weer weggelegd. Het is misschien nog te vroeg. Het is ook voor hem een traumatische ervaring geweest.

Ik had altijd de vurige wens om nog een keer met mijn moeder te praten. Zij heeft mij nooit vergeven. Voor haar gevoel ben ik de oorzaak geweest van het uiteenvallen van de familie. Maar een paar weken geleden hoorde ik dat zij al zo’n vier maanden geleden is overleden. Dat doet pijn. Ik was het beoogde stamhoofd van de familie en heb haar teleurgesteld. Mijn tien broers waren allemaal getrouwd en woonden in ons ouderlijk huis. Na mijn vertrek en na de dood van mijn vader, zijn zij stuk voor stuk met een deel van de erfenis uit huis vertrokken. Mijn moeder dacht waarschijnlijk dat ik dit als beoogd stamhoofd had kunnen voorkomen en de familie bij elkaar had kunnen houden.”

Ligt uw levensdoel nu in Frankrijk?

„Alleen God weet wat mijn eindbestemming is. Het was nooit een vooropgezet plan om naar Frankrijk te gaan, dus wie weet waar ik eindig. Er komt in ieder geval nog een boek over de Koran en zijn verderfelijke verzen zoals over het oproepen tot het doden van ongelovigen. Ik zie het als een logische opvolger van ”Duur betaald”. Veel moslims lezen de Koran niet nauwkeurig en weten soms niet eens wat er allemaal in staat. Wie de Koran goed leest, ziet dat hij oproept tot het doden van andersdenkenden.

Of ik nog eens naar Irak zal gaan? Ik hoop het. Ik had sinds mijn bekering het plan om als christen in Irak te leven. Daarom wil ik het liefst terug naar mijn vaderland. Ik denk ook dat ik mensen beter kan bereiken als ik mijn gezicht laat zien. Anders geloven ze niet dat zo’n grote verandering echt mogelijk is. Maar ik weet dat ik een bezoek aan Irak waarschijnlijk met de dood moet bekopen.”

Duur betaald. De strijd van een moslim die christen werd, Joseph Fadelle; uitg. Lannoo, Houten, 2011; ISBN 978 90 209 9986 0; 224 blz.; € 19,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer