Dankdag
Psalm 116:17a
„Ik zal U offeren een offerande van dankzegging.” „David heeft deze geloften niet vergeten, zoals dat met velen het geval is die, onder de druk van Gods hand, voor een korte tijd God om hulp aanroepen, maar de gedachtenis aan het heil dat zij hebben ontvangen, terstond in vergetelheid begraven.
Het doel en het gebruik van de geloften is dus in de eerste plaats om de kinderen Gods in hun hart de hoop te doen bezegelen van te zullen verkrijgen wat zij wensen, en vervolgens om hun tot een sterkere aansporing te dienen tot dankzegging.
Want voorzeker is aan de kinderen Gods de vrijheid gegeven om geloften te doen, teneinde hun verlichting te schenken in hun zwakheid, opdat hierdoor de goedertieren Vader Zich tot hen zal nederbuigen, en hun zal veroorloven op zulk een gemeenzame wijze met Hem te handelen, mits hun geloften ten doel hebben Hem te offeren een offerande der dankzegging.”
Johannes Calvijn, Genève (”Verklaring van de Psalmen”)