Onzekerheid over groei economie VS
De Amerikaanse economie trekt in de tweede helft van dit jaar verder aan. Dat is de conclusie van een groep economen die werd geraadpleegd door The Wall Street Journal.
Verheugend nieuws ongetwijfeld, maar voorzichtigheid is geboden. Het gaat hier namelijk om dezelfde groep die al drie jaar lang een zonniger toekomst voorspelt. De werkelijkheid bleek achteraf onveranderlijk somberder dan de voorspelling. „Dit keer is de situatie werkelijk veel beter dan de afgelopen jaren. De regering heeft twee fikse belastingverlagingen gerealiseerd, de onzekerheden van de oorlog in Irak zijn achter de rug en de accountingschandalen zijn over hun hoogtepunt heen”, zo meent Joel Prakken, chef-econoom van het financieel instituut Macroeconomic Advisers in Chicago.
Volgens zijn collega Dana Johnson van Banc One Capital Markets schets Prakken een te eenzijdig beeld. „De belastingverlagingen zijn concreet, maar die betekenen in feite een verschuiving van het federale belastingniveau naar het regionale niveau. De federale overheid -zeg maar Washington- krijgt door die belastingverlagingen minder inkomsten. Daarom schuift Washington tal van lasten af op de afzonderlijke staten. Die zitten voor meer dan de helft in ernstige financiële problemen en hebben al belastingverhógingen aangekondigd. Het extra besteedbare geld dat volgens president Bush in de economie terechtkomt, gaat dus voor het grootste deel naar de lege schatkisten van de staten en heeft géén directe invloed op de economie.”
De meerderheid van de groep blijft er ondanks deze kanttekening van overtuigd dat de economie in het huidige derde kwartaal met 3,5 procent van het bruto nationaal product (bnp) zal groeien. In het vierde kwartaal wordt dat zelfs 3,8 procent. Ook de centrale Federal Reserve (Fed) voorspelde vorig jaar een gemiddelde groei voor dit jaar van „meer dan 3,5 procent” van het bnp.
Waar komt deze nieuwe maatstaf -een groei van 3,5 procent- vandaan? Volgens een onderzoek van de universiteit van Michigan is dit de gemiddelde economische groei sinds 1930.
Er is nog een ander aspect verbonden met de maatstaf van 3,5 procent. Valt de economische groei lager uit, dan blijft de werkloosheid groeien. Een deel van de economische groei wordt namelijk gerealiseerd door hogere arbeidsproductiviteit. Dat wil zeggen dat werknemers in eenzelfde tijd meer presteren. Pas boven een groei van 3,5 procent begint de werkloosheid af te nemen. Dit is sociaal natuurlijk van belang voor mensen die een baan zoeken, maar dit aspect is in het bijzonder van belang voor de man die volgend jaar zijn arbeidscontract met vier jaar verlengd wil zien, namelijk president George Bush.
Volgens de opiniepeilingen staan de meeste Amerikanen achter de Republikeinse president zolang het om zijn strijd tegen het terrorisme gaat - en daar hoort de oorlog in Irak volgens het Witte Huis ook bij. Maar economisch hebben veel Amerikanen wat minder vertrouwen in de Republikeinse president. Die wil beslist voorkomen dat hem hetzelfde lot treft als zijn vader. Die was na de Golfoorlog buitengewoon populair, maar de kiezers dachten dat Bush senior daarna te weinig aandacht aan de zorgelijke economie schonk. Daarom gaven zij in 1992 de voorkeur aan de Democratische gouverneur van Arkansas, Bill Clinton.
Aangezien de strijd om de gunst van de kiezers al is begonnen, plant Bush een uitgebreid „economisch offensief” voor de komende weken. Hij zal zijn aanstaande vakantie in Texas verschillende malen onderbreken om zijn economisch beleid aan de kiezers te verkopen. De Democraten hameren intussen van hun kant op de 3,4 miljoen banen die sinds het aantreden van Bush verloren zijn gegaan. En op het financieringsoverschot uit de periode-Clinton dat door Bush is omgezet in een tekort.
Of deze factoren werkelijk beslissend zijn voor de economie valt nog te bezien. Zowel de optimisten als de pessimisten onder economen gaan uit van een zekere groei. Of die echter boven of onder de 3,5 procent uitvalt, daarover verschillen de meningen.