„Bewijzen tegen Saif al-Islam Gaddafi”
PEKING (ANP/RTR) – De aanklagers van het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag beschikken over „substantiële bewijzen” tegen de voortvluchtige Saif al-Islam Gaddafi (39). Dit heeft hoofdaanklager Luis Moreno Ocampo zondag in Peking verklaard.
„We hebben getuigen die uitleggen hoe Saif al-Islam betrokken was bij voorbereidingen van aanvallen op burgers. En we hebben in het bijzonder bewijzen voor het huren van huurlingen en andere financiële transacties van de beklaagde.” Saif al-Islam was een van de prominentste leden van de Gaddafi-clan en gold als mogelijke opvolger van zijn vader, dictator Gaddafi, die 20 oktober in Sirte werd gedood.
Saif al-Islam zou momenteel in de Sahara worden beschermd door huurlingen en een vliegtuig willen regelen. Hij wil vooral niet in handen vallen van strijders van het nieuwe bewind in Tripoli. Saif al-Islam vertoefde eerder gaarne in voorname westerse kringen. Moreno Ocampo herinnerde zich zondag dat hij hem jaren terug ontmoette en dat Saif toen de pogingen steunde van het ICC om de Sudanese president Omar Hassan al-Bashir wegens genocide op te pakken.
Kunstschatten
Delen van een grote collectie antieke munten, juwelen en borstbeelden, die in het Libische Benghazi werden gestolen tijdens de revolutie, zijn opgedoken bij rommelmarkten en in het buitenland. De hoeveelheid van 8000 stukken was gestolen uit een betonnen bankkluis, toen het aangrenzende kantoor van de geheime dienst in brand was gestoken.
Dieven boorden een gat in de vloer, met hulp van een drilboor. „Het is een ramp”, zegt Yussuf ben Nasr, directeur antiquiteiten van de historische stad. „Het zijn onbetaalbare nationale schatten, stukjes geschiedenis die verloren zijn.” De collectie bevatte onder meer gouden en zilveren munten met islamitische kalligrafie en verzen van de Koran. Libië heeft veel Griekse en Romeinse ruïnes. Benghazi is gebouwd op de plaats waar de oude Grieken de stad Euesperides bouwden in de 6e eeuw voor Christus.
Ben Nasr heeft de politie en zelfs de scouting ingeschakeld in de zoektocht naar de kunstschatten, waaronder recent ontdekte mummies uit het zuiden. Inmiddels is een deel van de collectie volgens Ben Nasr weggesmokkeld naar het buitenland. Beelden zijn opgedoken in het naburige Egypte. Ook een deel van de 500 gouden munten die er onlangs te koop werd aangeboden, komt waarschijnlijk uit Benghazi.
Een verslaggever van persbureau Reuters vond bronzen munten bij een juwelier op de markt van Benghazi. De verkoper zei dat de kunstschat een geheim was en bijna 2000 jaar oud. Volgens Ben Nasr kunnen die munten best afkomstig zijn van de roof uit de bank in Benghazi.
„We kunnen er niet veel aan doen, behalve instellingen in de hele wereld vragen om ons te helpen Libische antiquiteiten te verwerven als ze opduiken. Dan kunnen we die terugkrijgen”, zei Ben Nasr. Hij vertelt dat een groep Egyptenaren al een Libisch beeld van de liefdesgod Cupido had teruggekocht op een markt in Alexandrië.
De Britse archeoloog Paul Bennett, specialist in Libische kunst, spreekt over de grootste roof die hij kent. De collectie was ooit door Italianen bijeen geroofd tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de jaren zestig gaf Italië de collectie terug aan de Libische staat.