Kerk & religie

Walther legde basis voor Lutherse Kerk in Amerika

De Missouri Synod is een luthers kerkgenootschap op Amerikaanse bodem met meer dan 2 miljoen leden. Een van de grondleggers was de Duitser Carl Ferdinand Wilhelm Walther (1811-1887). Vandaag is het 200 jaar geleden dat hij werd geboren.

L. J. van Valen
24 October 2011 15:04Gewijzigd op 14 November 2020 17:17
C. F. W. Walther. beeld Concordia Historical Institute
C. F. W. Walther. beeld Concordia Historical Institute

Met nog enkele predikanten vertrok Walther in 1838 naar de tolerante Verenigde Staten van Amerika om daar het lutherse gedachtegoed te verbreiden, los van een kerkordelijke binding met de ‘moederkerk’ in Duitsland, de Evangelische Kirche.

Walther was een vroom theoloog die geen piëtist genoemd wilde worden, maar direct teruggreep op de wortels van de Reformatie. In navolging van Maarten Luther benadrukte hij de rechtvaardiging van de goddeloze, zonder de werken van de wet.

De wieg van Walther stond in Langenchursdorf in de Duitse staat Saksen. Zijn vader was daar predikant in de lutherse kerk. Walther was de achtste van twaalf kinderen, van wie er maar zes volwassen werden. Na de middelbare school ging hij naar de universiteit van Leipzig om daar theologie te studeren.

Tijdens zijn studententijd maakte hij een geestelijke crisis mee. Hij zocht raad bij Martin Stephan van de St. Johanneskerk in Leipzig, die oppositie voerde tegen de rationalistische theologie die de landskerk in toenemende mate beïnvloedde. Door het onderwijs dat Stephan hem gaf, kwam Walther tot de zekerheid van het geloof.

Voordat hij zijn opleiding kon voltooien, werd hij zo ernstig ziek dat hij zes maanden lang zijn studie moest staken. In die periode onderzocht hij Luthers theologie en kwam hij tot de conclusie dat deze een zuiver Bijbelse grondslag heeft. Hij zag toen ook in dat het heersende theologische denken in Duitsland deze wortels had verlaten.

Gesprekskring

De contacten met Martin Stephan bleven intensief, ook nadat Walther pastor werd in Bräunsdorf in Saksen. Met hem spande hij zich in om de klassieke lutherse theologie niet alleen te verbreiden, maar ook in een leven van vroomheid handen en voeten te geven. Stephan protesteerde tegen een vereniging van zijn kerk met de calvinistische kerken in Pruissen.

Stephan, Walther en hun geestverwanten richtten een gesprekskring (Gesellschaft) op waarin de geïsoleerde toestand van de orthodoxe lutheranen werd besproken. Hier viel ook het besluit om te emigreren naar het meer tolerante Amerika. In november 1838 vertrok een groep van 700 gelovigen, onder wie Walther en zijn oudere broer Otto, in vijf schepen vanuit Bremen naar de andere kant van de oceaan.

Stephan ontpopte zich als de onbetwiste leider van de nieuwe kolonie en maakte zichzelf bisschop. Zijn wat dominante houding veroorzaakte de nodige problemen in de nieuwe kolonie. Vanwege financieel en seksueel wangedrag werd Stephan uiteindelijk uit zijn ambt ontheven. Dit was voor Walther een les om in de nieuwe gemeenschap geen klerikale heerschappij te accepteren, ook niet vanuit de Duitse moederkerk, maar te zorgen voor een democratische structuur die vanuit de plaatselijke gemeenten zou opkomen. Zo ontstond de Missouri Synod, de kerkvergadering die van onderaf werd gekozen en gevormd.

Geen samenwerking

Walther had moeite met samenwerking met andere kerkgenootschappen. Hij hield de gereformeerden op afstand, vooral omdat hij bij hen sektarische elementen constateerde. Hij beschouwde hen met de verschillende kerkvormen van methodisten, baptisten en presbyterianen (die in Amerika grote gemeenschappen vormden) als bastaarden van het reformatorische erfgoed. Zijn kritiek op het lutherse piëtisme trok hij door naar de calvinisten. Opwekkingsbewegingen die in die tijd veelvuldig voorkwamen op Amerikaanse bodem konden niet op zijn steun rekenen. Toch blijkt hij in zijn theologie en in pastorale werk meer kenmerken te hebben gehad van een piëtistische vroomheid dan hij als zodanig benoemd zou hebben.

De opbouw van de nieuwe Lutherse Kerk in Amerika kostte veel energie. Ze bleef jarenlang een Duitse etnische denominatie. Een belangrijke stap voor de verdere structurering van het kerkelijk leven was het instellen van een theologische opleiding. De lessen die Walther hier gaf, hebben veel studenten geïnspireerd.

In 1844 kwam door zijn toedoen een godsdienstig nieuwsblad van de grond dat ”De Lutheraner” werd genoemd. Het was bedoeld voor hen die ”gezond in het geloof” waren en tot devies hadden: „Gods Woord en de zuivere leer van Luther zullen voortduren.” Negen jaar later verscheen ook het theologische blad ”Lehre und Leben”.

Uitverkiezing

Walthers theologie getuigt van een robuuste stellingname tegenover andersdenkenden. Niet iedereen nam hem zijn antithetische houding in dank af. Zijn visie op de leer van de uitverkiezing stuitte op verzet in eigen kring, omdat hij deze niet op arminiaanse wijze wilde formuleren. De genade is vrij en niet afhankelijk van een voorgezien geloof, aldus Walther. Wel is volgens hem de predestinatie onlosmakelijk verbonden met de christologie en heeft zij rechtvaardiging en heiliging als vruchten.

De calvinistische opvatting van de dubbele predestinatie vond hij te speculatief, hoewel hij zelf wel dicht in de buurt kwam van wat Calvijn hierover heeft geleerd.

In navolging van zijn grote leermeester uit de zestiende eeuw legde Walther de nadruk op de rechtvaardiging uit het geloof en op de juiste verhouding tussen wet en Evangelie. In het kader van deze fundamentele leerstukken plaatste hij de leer van de heiliging. Walther was beducht voor vleselijk activisme, maar vreesde ook de gevolgen van antinomiaanse opvattingen en praktijken.

De dagelijkse vroomheid plaatste Walther niet in een dogmatisch kader; voor hem ging het in de eerste plaats om de praktijk. De functie van het geloof was hierbij essentieel. In een lezing over de verhouding tussen wet en Evangelie wees hij erop hoe belangrijk het is om iedere dag voor God in de stof te buigen en uit te roepen: „Heere, wat is de mens dat Gij zijner gedenkt en des mensenkind dat gij hem bezoekt” (Ps. 144:3). De dagelijkse omgang met God behoorde volgens hem te leiden tot de overgave aan Zijn barmhartigheid en genade, waarbij de mens hoort uit te roepen: „Heere, hier ben ik met mijn lichaam en ziel en al mijn kracht. Ik ben gewillig om alles te verteren in Uw dienst.”

Voorwaardelijk

Walthers kritiek op de calvinistische vroomheidsleer richtte zich vooral op het voorwaardelijke karakter van de oproep tot bekering. Volgens Walther kan de ”geformeerde kerk” geen duidelijk antwoord geven op de vraag: „Wat moet ik doen om zalig te worden?” Wet en Evangelie worden in zijn ogen door de calvinisten vermengd of verabsoluteerd. „Zij geven hun (de zoekende zielen, LvV) een lange lijst van pogingen die zij moeten aanwenden om indien mogelijk in aanmerking te komen voor genade. Hoe lang moeten zij niet bidden, hoe ijverig moeten zij niet strijden en worstelen, totdat zij kunnen zeggen dat zij de Heilige Geest en de Goddelijke genade hebben ontvangen en van kun knieën kunnen oprijzen en halleluja’s uitroepen.”

Volgens Walther gaat het bij deze calvinisten meer over het gevoel dan over het geloof in de Gekruisigde. Terwijl geloven toch het enige antwoord was dat Paulus gaf op de vraag van de stokbewaarder. Het antwoord van Walther op diens vraag was identiek: „Wij kunnen dadelijk tot Christus komen en zeggen: „Heere Jezus, ik ben een arme zondaar. Dat weet ik en dat is in het verleden mijn ervaring geweest. Als ik erover nadenk wat er nu in mijn gemoed omgaat, moet ik zeggen dat dit nog mijn ervaring is. Maar Gij hebt mij door Uw Evangelie geroepen. Ik kom tot U, zoals ik ben, want er is geen andere weg om te komen.”” Daarbij tekent Walther aan: „Dat is de zaligmakende leer die de Evangelische Lutherse Kerk van Christus en van de apostelen geleerd heeft.”

Walthers beoordeling van het calvinisme is wel wat ongenuanceerd. Kennelijk doelde hij op vormen van hypercalvinisme die het Evangelie verduisteren.

Zijn ruime Evangelieverkondiging leidde er overigens niet toe dat hij de ontdekking aan de verlorenheid door de wet buitensloot. Hij bewoog zich in de lijn van Luther, die in zijn verklaring van de Galatenbrief de voorafgaande ontdekking van schuld en zonde door de wet een plaats in het geloofsleven geeft, zonder daardoor de rijkdom van Gods genade te omsluieren en verborgen te houden.

Mausoleum

Walther heeft een onuitwisbaar stempel gezet op de lutherse Missouri Synod. Vijf jaar na zijn dood in 1887 heeft deze kerk een mausoleum om zijn graf in St. Louis gebouwd. Of dit de enige mogelijkheid is om zijn gedachtenis levend te houden, valt te bezien. Wel staat vast dat zijn geschriften getuigen van de levende Christus Die in het gewaad van het Woord aan zondaren zonder onderscheid wordt geproclameerd. De balans van wet en Evangelie wordt bij hem niet verstoord, hetzij door oppervlakkig afstand te nemen van de wet of door de wet uit te vergroten ten koste van de blijde boodschap.


Nooit zonden gevoeld, nooit geschreid van blijdschap

„Er zijn mensen die zichzelf als goede christenen beschouwen, hoewel zij geestelijk dood zijn. Zij hebben nooit een echte smart gevoeld over hun zonden. Zij zijn nooit met schrik vervuld geweest over hun zonden; zij zijn nooit ontsteld over de gedachte aan de hel die zij verdiend hebben; nooit hebben zij hun knieën voor God gebogen en hun ontzettende, verdoemelijke staat onder de zonde met bittere tranen beweend. Veel minder hebben zij zoete tranen geschreid van blijdschap en God verheerlijkt in Zijn genade.”

(Uit: ”The Proper Distinction Between Law and Gospel”, van C. F. W. Walther)


We kunnen nooit te vroeg geloven

„God wil mij niet verhinderen om te geloven door de piëtistische waarschuwing: „Geloof toch niet te vroeg!” We kunnen niet te vroeg geloven. Op het moment dat wij het Evangelie horen preken, behoren we dit te geloven, als we tenminste onze ziel liefhebben. Anders vallen wij onder het onbehagen en de toorn van God. Tenzij iemand het Woord aankleeft, kan hij zich niet verzekerd voelen. Hij zal iedere dag en elk uur blijven zwerven en wankelen. Het ene moment zal hij zich verbeelden een christen te zijn en het volgende uur zal hij denken dat hij zich heeft bedrogen.”

(Uit: ”The Proper Distinction Between Law and Gospel”, van C. F. W. Walther)

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer