Het havenbedrijf en de politie tekenen morgen een overeenkomst waarin verschillende fasen staan omschreven. Rotterdam gaat daarbij af op informatie van de veiligheidsdienst AIVD.

In fase 0 is er niets aan de hand. Bij fase 3, als er aanwijzingen zijn dat terroristen de haven als doelwit hebben, moet elk zee- en binnenvaartschip zich identificeren. Wanneer een schipper zich niet aan deze code houdt, wordt zijn schip overmeesterd door zwaarbewapende arrestatieteams van de politie, zogenaamde quick response-teams.

Rotterdam telt 134 terminals. Per jaar doen ongeveer 30.000 zeeschepen en ongeveer 130.000 binnenvaartschepen de haven aan. Van de laatste categorie zijn nu alleen de schepen met gevaarlijke stoffen verplicht hun komst te melden. Dat is ongeveer de helft. Dagelijks varen dan ook honderden ongeïdentificeerde boten door de Rotterdamse wateren.

Rotterdam heeft sinds 1996 al veel maatregelen genomen om fraude, diefstal en smokkel te voorkomen. Na de aanslagen van 11 september 2001 in de VS is dat tempo, mede onder druk van de Amerikanen, flink opgevoerd. In het zogenoemde Port Security Plan worden betrokken diensten, meer dan veertig in getal, getraind op grote terreuraanslagen.

Alle bedrijven in de haven moeten aan strenge eisen gaan voldoen. Ze zijn verplicht om voor 1 juli 2004 een beveiligingsplan op te stellen en in te voeren. Bepaalde haventerreinen zullen alleen nog toegankelijk zijn met een identificatiekaart.

Havenmeester Lems geeft toe dat de haven een aantrekkelijk doelwit is voor terroristen. Ondanks alle preventieve maatregelen zijn de chemie- en oliecomplexen volgens hem nooit helemaal te beveiligen. „We zijn kwetsbaar. De haven is zo’n uitgestrekt gebied. Dat is nooit helemaal waterdicht af te sluiten. Wie kwaad wil, kan dat toch wel doen.”