„Daar was een kleine stad en weinig lieden waren daarin.”

Deze kleine stad heeft de grote stad Ninevé en het prachtige Tyrus overleefd. Het is de stad van de grote God. (Ps. 87:3).

Het is een kleine stad met mensen daarin. Het heeft de oneindige wijsheid Gods goed gedacht deze beroemde kleine stad te doen bestaan niet uit gevallen engelen, maar uit gevallen mensen. „Aan de zijde der poorten, voor aan de stad, aan de ingang der deuren roept de Wijsheid overluid: Tot u, o mannen, roep Ik, en Mijne stem is tot de mensen­kinderen” (Spreuken 8:3-4). En zalig zijn die mensen die, door de Wijsheid overwonnen, besluiten zich als burgers van deze kleine stad te laten inschrijven, niet alleen om door een belijdenis van Christus in haar voorsteden te komen wonen, maar om door de poorten de stad in te gaan, terwijl de Koning der stad aan de deur van hun harten staat, en klopt en aan hen verzekert dat Hij de Deur der stad is, zeggende: „Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden” (Joh. 10:9).

Het is een stad met mensen, een stad voor het menselijk geslacht, een vrijstad voor zon­daren uit de mensen.

R. Erskine, predikant te Dunfermline (Schotland)

”Preken”