Gaddafi: 4 decennia onderdrukking
TRIPOLI (ANP) – Na bijna 42 jaar is er definitief een eind gekomen aan het bewind van Muammar Gaddafi, de even flamboyante als meedogenloze ’Gids van de Revolutie’ van Libië. De 69-jarige Gaddafi werd donderdag gedood in Sirte.
Majoor Gaddafi kwam op 1 september 1969 op 27-jarige leeftijd aan de macht door een staatsgreep. Die moest een eind maken aan „onderdrukking, misbruik en onrechtvaardigheid.” Sindsdien waren juist dat de elementen waardoor hij aan de macht bleef.
De dictator behield de macht sindsdien dankzij de enorme olie- en gasinkomsten. Ook zette hij zijn familie- en stamleden op cruciale posten in het veiligheidsapparaat. En natuurlijk werd elke vorm van oppositie keihard onderdrukt.
Gaddafi werd in 1942 geboren vlakbij Sirte, 380 kilometer ten oosten van de hoofdstad Tripoli. Hij studeerde aan de militaire academie en volgde een militaire training in Groot-Brittannië. Na zijn machtsgreep zocht hij zijn heil in zijn zogenaamde Derde Weg, een mix tussen communisme en kapitalisme met een beetje islam, die hij in het Groene Boekje verwoordde. In eigen land leidde zijn beleid ertoe dat eind jaren ’70 ongeveer alles in staatshanden was. Tekorten en een ontevreden bevolking waren het gevolg.
Internationaal maakte Gaddafi vijanden door zijn uitgesproken standpunten over Palestina en het pan-Arabisme. En het bleef niet bij woorden. Hij streefde deze doelen met alle mogelijke middelen na, inclusief het financieren van guerrillaoorlogen en terrorisme. Betrokkenheid bij de aanslag op een Amerikaans passagiersvliegtuig boven de Schotse plaats Lockerbie in 1988, waarbij 270 doden vielen, deed hem uiteindelijk in internationale isolatie belanden.
Omdat de Arabische wereld hem hierna liet vallen, stortte Gaddafi zich op het Afrikaanse continent. Afrikaanse leiders kwamen wel naar Tripoli, veelal hopend op oliedollars. Gaddafi stelde hen zelden teleur. Een Verenigde Staten van Afrika onder zijn leiding was het uiteindelijke doel, dat nooit werd gerealiseerd.
2003 was een cruciaal jaar voor Gaddafi. Hij sloot in dat jaar een akkoord met Washington over schadevergoeding voor de Lockerbie-aanslag. Daardoor kwam er een eind aan de isolatie van zijn bewind. Toen Kaddafi ook nog zijn massavernietigingswapens opgaf, zette het Westen de deuren helemaal open. Iedereen wilde aan Gaddafi verdienen. De dictator heette niet langer „de gekke hond van het Midden-Oosten”, zoals de Amerikaanse president Ronald Reagan hem ooit omschreef.
In Libië was sprake van enige politieke dooi. Zo mochten een paar honderd tegenstanders de gevangenis verlaten en begon Gaddafi’s zoon Saif al-Islam een krant waarin voorzichtig kritiek werd geuit op de corruptie in het land. Maar verder dan wat cosmetische veranderingen ging het niet. Gaddafi, die sinds 1977 officieel ambteloos burger is, bleef ’als gids van de revolutie’ de touwtjes stevig in handen houden in zijn verloederde land. Tot begin dit jaar. Toen kwam het volk in opstand. Bijna 9 maanden later is het tijdperk van de gids definitief voorbij.