Binnenland

Vrijwilligers willen actie van overheid

AMSTELVEEN – Het kabinet blijft in gebreke bij het scheppen van een gunstig klimaat voor vrijwilligerswerk. Dat is de strekking van een manifest dat donderdag in Amstelveen is gepresenteerd tijdens een congres van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV).

Binnenlandredactie
20 October 2011 10:27Gewijzigd op 14 November 2020 17:14

De NOV vindt het vreemd dat „de overheid zich terugtrekt en taken overhevelt naar burgers, maar dat niemand zich druk maakt over hoe dat dan moet met die vrijwilligers.”

„Sterk vrijwilligerswerk kan niet zonder een overheid die dat faciliteert. Als we veel van vrijwilligers verwachten, moeten we er ook wat voor doen” zegt Marius Ernsting van de NOV donderdag in Trouw.

De NOV deed donderdag in het manifest een klemmend beroep op de regering om vrijwilligerswerk te blijven ondersteunen. Zo zou er een coördinerend minister moeten komen. Ook moet de rijksbijdrage voor opleidingen aan vrijwilligers in ere worden hersteld.

Vrijwilligers vormen de motor van een sterke samenleving, aldus de NOV. In 2010 was 45 procent van de volwassen Nederlanders op de een of andere manier op vrijwillige basis actief voor anderen of voor de maatschappij. Dat zijn ruim 5 miljoen mensen die belangeloos meer dan 1 miljard uur onbetaald werk bijdragen aan de nationale economie.

Nederland is met 5,8 miljoen vrijwilligers in Europa nog steeds 
koploper, maar de overheid moet zorgen dat die vrijwillige bijdrage op peil blijft. De NOV vreest Britse toestanden als de overheid niets doet. In Groot-Brittannië doet een kwart van de bevolking iets op vrijwillige basis. Dat zou een gevolg zijn van premier Thatcher, die in de jaren tachtig alles naar de markt schoof.

Volgens de NOV moet de overheid –landelijk en lokaal– ruim baan maken voor burgers en organisaties die verantwoordelijkheden zelf ter hand willen nemen. „Niet door taken zonder 
meer over te laten aan burger­initiatieven, maar door de al bestaande krachten in onze samenleving te versterken, te faciliteren en zo nodig te stimuleren.”

In Trouw noemt Ernsting als voorbeeld de regionalisering van de brandweer. Had de vorige minister zich verdiept in de motivatie van de brandweerlieden, dan had zij wellicht kunnen voorkomen dat zij stoppen omdat hun ‘werkgebied’ te groot werd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer