Ondernemers tegen snelle uitbreiding EU
Nederlands grootste ondernemersorganisatie, VNO-NCW, vindt dat de uitbreiding van de Europese Unie veel te snel gaat. De plannen in 2004 tien nieuwe landen, veelal uit het vroegere Oostblok, lid te maken van de Europese Unie, zijn niet reëel, betoogt werkgeversvoorman Jacques Schraven.
Tijdens een spreekbeurt dinsdag voor Nederlandse lobbyisten in Brussel onderstreepte Schraven dat er niets tegen uitbreiding op zich is. „Als bedrijfsleven zijn we daar juist een uitgesproken voorstander van.” Maar het besluit van de Europese staats- en regeringsleiders, eind december nog bekrachtigd tijdens de top in Laken, om niet minder dan tien landen tegelijk toe te laten, gaat naar zijn mening te ver.
VNO-NCW vindt dat alleen landen die er rijp voor zijn, lid mogen worden. „Maar wat doet nu de raad (EU-ministers)? Die zegt: Eigenlijk zijn alle landen klaar, en kunnen ze in 2004 lid worden. Dat is een politiek besluit dat met de realiteit niets van doen heeft”, meent Schraven.”
De situatie brengt het bedrijfsleven in een dilemma. „Je wilt graag doorgaan met pleiten voor uitbreiding, maar als je niet aangeeft hoe, ga je mee in een politieke maalstroom die tot grote problemen leidt in de EU.”
Het is volgens de voorzitter van VNO-NCW beter landen geleidelijk aan toe te laten, op korte termijn alleen landen als Slovenië, Hongarije en Estland. „Dat werkt disciplinerend op de landen die nog niet klaar zijn. Als je van tevoren zegt: Iedereen is klaar, is dat volstrekt fout.”
Ook intern is de EU niet klaar voor snelle uitbreiding, constateerde hij, omdat allerlei hervormingen nog niet zijn doorgevoerd. Allerlei Brusselse potjes voor hulp aan arme regio’s leveren een probleem op met landen als Polen. „Dat zou wel erg veel geld gaan kosten”, voorspelde Schraven.
Schraven had verder kritiek op de lobby van Europese ondernemers bij de Brusselse instellingen. Volgens de werkgeversvoorman is deze te versnipperd. De Unice geldt als de koepelorganisatie in Europa van verenigingen zoals de Nederlandse VNO-NCW. Maar er bestaat ook een Europese Ronde Tafel (ERT), het lobbyvehikel van grote industrieën, een financiële ERT, Eurocommerce en nog meer. Volgens Schraven werken die onvoldoende samen. „Daardoor hebben we te weinig invloed in verhouding tot de enorme belangen die ze vertegenwoordigen”, klaagde hij.
De clubs moeten elkaar de ruimte gunnen, vindt Schraven. „De een zal de ander moeten toestaan op een bepaald gebied de leiding te nemen.”