Tijdens een bijeenkomst van de gemeentelijke kiesvereniging verwees hij onder anderen naar Jozef en Daniël. Aan hun Godsvreze twijfelt niemand, aldus Van der Vlies. Hun leven getuigde daarvan. Tegelijkertijd gedoogden ze niet, maar regeerden ze zelfs mee. Jozef bouwde schuren en sloeg er graan in op voor de magere jaren; Daniël ging als tweede man onder de koning over alle wetten.

Getuigen en praktische politiek bedrijven sluiten elkaar niet uit, stelde Van der Vlies. „Het is niet het een of het ander.”

Dat de SGP nu, dankzij haar bijzondere rol ten opzichte van het kabinet, bepaalde zaken kan verwezenlijken, ziet Van der Vlies als een zegen. „Het is zeer de moeite waard om te proberen op deze wijze slechte ontwikkelingen af te remmen.”

En af te toe wat binnen te halen. De voormalig politiek leider toonde zich „niet zo onder de indruk” van het uitstel voor de boete voor langstudeerders en de fasering van de bezuinigingen op het passend onderwijs die de SGP heeft bewerkstelligd. „Geen verslechtering op het gebied van koopzondagen en de gewetensbezwaarde trouwambtenaar vind ik herkenbaarder punten.”

Zolang de SGP-Kamerleden niet tegen hun geweten in hoeven gaan of hun principes op zij moeten zetten, kunnen ze het huidige kabinet blijven gedogen, betoogde Van der Vlies.

Hij wees er op dat de SGP niet in de coalitie zit en derhalve ook geen medeverantwoordelijkheid draagt voor het hele regeringsbeleid. De Christen-Unie deed dat in het vorige kabinet wel.

Zonder te willen beweren dat de CU daarbij haar beginselen heeft verzaakt, constateerde Van der Vlies wel dat „D66 in het kabinet-Balkenende II meer heeft bereikt dan de ChristenUnie in Balkenende IV.”

Het was hem bij de laatste algemene politieke beschouwingen opgevallen dat de ChristenUnie „toch wel weer vaak meestemde met moties van linkse partijen.” Dat verbaasde Van der Vlies. „Ik had gedacht dat de partij onder aanvoering van Slob weer meer naar het politieke midden zou koersen.”

Over zijn eigen partij zei de oud-politicus dat „het getuigende element moet blijven doorklinken.”

Tegelijkertijd hoeven SGP-politici „niet overal de Bijbel bij te halen. Dat zou geforceerd zijn.”

Het percentage van de jaarlijkse huurverhoging laat zich lastig vanuit Gods Woord beargumenteren, gaf hij als voorbeeld. „Maar nooit mag onduidelijk zijn wat SGP’ers drijft.”