Een 47-jarige Rus, de vermoedelijke dader van de liquidatie op 17 mei 2004, werd dit weekeinde in het buitenland opgepakt. Maandag volgde in Alkmaar de arrestatie van de 31-jarige Ozgur C. en de aanhouding van zijn neef Ali N., die allebei al eens eerder vastzaten in het zogenoemde onderzoek Enclave naar de liquidatie van Endstra. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft om de uitlevering van de Rus verzocht. Waar hij is opgepakt, is niet bekendgemaakt.

Endstra werd in het criminele milieu gekenschetst als de ’bankier van de onderwereld’. Ook werd hij afgeperst door ’misdaadkopstuk’ Willem Holleeder. Hoog spel tussen verschillende criminelen zou hem fataal zijn geworden. De politie vermoedt dat Holleeder en Soerel achter de moord op Endstra en een aantal anderen zitten, maar kampt nog met een lastige bewijspositie.

Voor zijn dood voerde Endstra een aantal zogenoemde achterbankgesprekken met politie en justitie. Die gesprekken vormden het hart van het bewijs voor de succesvolle afpersingszaak van justitie tegen Willem Holleeder. Holleeder zit momenteel een straf van 9 jaar uit. Hij kreeg die voor onder meer het afpersen van een aantal zakenlieden, onder wie Endstra.

Politie en justitie doen na 7 jaar nog altijd onderzoek naar de moord op Endstra. „De brutale liquidatie van Endstra heeft veel impact gehad. Daarom hebben we de afgelopen jaren alle onderzoeksmogelijkheden in binnen- en buitenland benut om uiteindelijk tot deze aanhouding te komen. Ik verwacht een snelle uitlevering aan de Nederlandse autoriteiten”, aldus de politie, die spreekt van een doorbraak.

Ozgur C. is geen onbekende voor de politie. Volgens justitie was C. direct betrokken bij de afrekening met Endstra. Maar justitie moest hem in februari 2008 weer laten gaan, net als zijn neef. De rechters vonden dat naarmate een verdachte langer in voorarrest zit, steeds zwaardere eisen moeten worden gesteld aan de verdenking. Die voldeden destijds niet langer, meende het rechtscollege.