Wybe Kooijmans, organist van de Grote Kerk in Naarden, voert de werken uit op het Adema-Philbertorgel van de aan het Amsterdamse Waterlooplein gelegen kerk. Op het programma staan de B.A.C.H, ”Weinen, Klagen” en de ”Ad nos”.

De Fantasie en fuga over het koraal ”Ad nos, ad salutarem undam” is het eerste en grootste orgelwerk van Liszt. Het duurt ruim dertig minuten en is gebaseerd op de eerste regel van een wederdoperskoraal.

Aanleiding voor het componeren van ”Weinen, Klagen, Sorgen, Zagen” vormde het overlijden van Liszts dochter Blandine in 1862. Niet voor niets koos Liszt het lamentomotief uit de gelijknamige Bachcantate en sluit hij af met ”Was Gott tut, das ist wohl getan”. In 1863 schrijft hij een orgeltranscriptie van het pianowerk.

De Prelude en fuga op de naam B.A.C.H kenmerkt zich door een golvend dynamisch verloop, virtuoze passages en momenten van rust en verstilling.

Musicus/componist Albert Brussee verzorgt tijdens de avond een lezing over Liszt in Amsterdam. De secretaris van de Franz Liszt Kring zal het voornamelijk hebben over diens bezoek aan de hoofdstad in april 1866. Er werden destijds in één week drie concerten gegeven met composities van de Hongaarse meester. In de Mozes & Aäronkerk klonk de Graner Messe. Sinds 1991 vestigt een plaquette op de kerkmuur de aandacht op deze memorabele gebeurtenis.

De avond begint om 20.15 uur. Kaarten kosten 8 euro, studenten betalen 2 euro minder.