De RV180 bedient de slagboom op de Waddenzee
A/B RV180 – Met drugs via Schiphol proberen het land in te komen? Niet verstandig. Via de havens van Rotterdam? Strenge controles. Via de Waddenzee dan? Een makkelijk te nemen buitengrens, zo lijkt het. Toch is ook die linie geen sinecure. De Koninklijke Marechaussee is dag en nacht in het gebied aanwezig. Met resultaat.
Een prachtige zomerochtend in de herfst. Rijksvaartuig 180 Glinder van de Koninklijke Marechaussee, kortweg de RV180, heeft zojuist Terschelling verlaten.
Een zeilbootje doemt op. Gezagvoerder Ad Adriaanse van de RV180 heeft het al gezien als hij van opsporingsambtenaar Fokko het verzoek krijgt erheen te varen. Het bootje komt „van buiten”, zoals dat heet: niet uit de richting van een Nederlandse kustplaats, maar van elders. En dat kan van alles betekenen. Is er drugs aan boord, of andere verboden waar? Wordt hier een illegaal Nederland binnengesmokkeld?
Vier ouderen
Adriaanse verlegt de koers van de RV180 en stevent met het bijna 35 meter lange schip af op het zeiljachtje. De opsporingsambtenaar bespiedt het vaartuig intussen met een kijker met beeldstabilisatie, zodat ook op volle zee het zicht goed blijft. „Kijk nou, de schipper staat in zijn bloesje achter het roer”, merkt hij op. Het weer mag dan prachtig zijn; de wind weet de temperatuur op zee stevig te temperen.
Er bevinden zich vier ouderen aan boord van het jacht. „Maar dat zegt niets”, weet Adriaanse. „Die kunnen ook dingen doen die niet in de haak zijn.”
Soms heeft hij al bij voorbaat argwaan, legt de gezagvoerder uit. „Als een jacht heel diep ligt, kan dat een aanwijzing zijn dat er veel goederen aan boord zijn. Of mensen. Ook als een boot beschadigd is, ga je vanzelf vragen stellen. Noem het het fingerspitzengefühl van de opsporingsambtenaar.”
Waterdichte pakken
Intussen trekken drie mannen op het dek van het patrouilleschip hun dikke, waterdichte pakken aan. Ze klimmen in de rhib, de rubberboot met een polyester kiel die achter op de RV180 ligt. De klep van het schip gaat omhoog, de kabel schiet los en de rhib plonst in het water achter het motorschip.
Vol gas stuift het drietal over de golven richting het zeiljachtje. De ouderen aan boord van het pleziervaartuig vinden het wel interessant; ze maken foto’s van de drie mannen die snel dichterbij komen. Eenmaal langszij klimmen twee van de drie –een marechaussee en een douanebeambte– aan boord en controleren de papieren.
Alles is in orde. De vier opvarenden blijken eerder vandaag vertrokken te zijn uit Harlingen en zijn nu op de terugweg. Aanwijzingen voor illegaliteit zijn er niet.
De marechaussee en de douanebeambte klimmen weer in hun rhib. Even snel als op de heenweg zet het drietal koers naar het moederschip, dat al die tijd in de buurt is gebleven. Voorzichtig loodst de stuurman van de rhib zijn boot in de opening aan de achterzijde. Een ander werpt een kabel uit. Missie voltooid.
Verdovende middelen
Zo gaat het meestal, legt Adriaanse uit. Dat er daadwerkelijk iets niet in de haak is, geldt slechts in een relatief klein aantal gevallen. Maar dat maakt de noodzaak van de controles nog niet minder groot, onderstreept hij. „Vorig jaar hadden we een grote vangst: 3 ton drugs op een schip boven Vlieland. Dan weet je weer waar je het voor doet.”
„We denken dat we de gaten aardig gedicht hebben”, zegt Rob den Besten. Hij is teamleider van de brigade Waddengebied van de Marechaussee en vaart regelmatig mee op de RV180. „Maar tegelijk is het altijd opletten geblazen. Zo hebben we in het verleden zakjes met verdovende middelen gevonden op het strand. Verdraaid, denk ik dan. De lui die daar achter zitten wil ik pakken. Om dat te bereiken, moet je voortdurend alert zijn.”
De bemanning van het patrouillevaartuig is te vergelijken met controlediensten op Schiphol, legt Den Besten uit. „Alleen gebeurt het hier in het klein.”
Zout water
De RV180, als een varende slagboom op de noordgrens, zet koers naar Vlieland. Op de punt van een zandplaat liggen zeehonden te genieten van de zon. De mannen van de rhib maken zich opnieuw gereed om uit te varen. Een nieuw zeiljacht is het doelwit van een controle. Geroutineerd hijsen ze zich in hun waterdichte pakken, die ze na terugkomst afspoelen met water. Dat moet wel, legt Den Besten uit. „Zout water is funest voor kleding en apparatuur. Ik geloof dat de jongens wel twee setjes handboeien per jaar verslijten. Tijdens een oefening is het zelfs wel gebeurd dat we de boeien niet meer los kregen omdat ze sterk door het zout waren aangetast. Dat moeten we in de praktijk niet hebben.”
Maar geen zorgen; ook ditmaal hoeven de boeien er niet aan te pas te komen, zo blijkt wanneer de rhib weer vastgekoppeld wordt aan het moedervaartuig. Het zijn louter eigenaars van plezierjachtjes die vandaag zonder kennelijke bijbedoelingen rondvaren. En toch is ook voor hen de boodschap ondubbelzinnig: de RV180 waakt.