Dit is een van de goed bewaarde Schnitgerorgels in de Groningse orgeltuin. Het werd in 1696 gebouwd, in 1768 door Hinsz gewijzigd en in 1809 door Freytag voltooid. Het heeft in de 20e eeuw geen ingrijpende restauratie ondergaan. Enkele veranderingen in de dispositie, in 1855 door Van Oeckelen aangebracht, zijn in 1958, 1983 en 2001/2 teruggedraaid. Het orgel behoort tot de fraaiste instrumenten in het Groningerland.

Westerbrink demonstreert het met meest onbekende Noord-Duitse literatuur. Zo klinkt van Bölsche het enige overgeleverde werk, Praeambulum ex E, geschreven in een grillige stijl die we van veel Noord-Duitse preludia kennen. De ruige plenumregistratie is indrukwekkend. De trompet die er in het Praeludium in Es van Georg Leyding (opvolger van Bölsche in Braunschweig) aan wordt toegevoegd, maakt de plenumklank volmaakt.

De 24 stemmen van dit orgel buit Westerbrink in allerlei combinaties uit. In koraalbewerkingen van vader en zoon Hasse, Matthias Weckman, Karges en Franz Tunder zijn onder andere mooie prestanten, intieme fluiten en ruige tongwerken te beluisteren. De pedaalbazuin speelt een belangrijke rol.

Westerbrink is deze orgelliteratuur op het lijf geschreven. De manier waarop hij als weinig anderen de ‘grillige’ muziek buitengewoon spannend vertolkt, zet je op het puntje van je stoel. Hulde voor de vermelde registraties in het booklet en de opname van Aad van der Waal.

Peter Westerbrink – Het Arp Schnitger-orgel te Noordbroek; Stichting Internationale Orgelacademie Groningen (SIOG 201102); € 17,-; bestellen: www.kerknoordbroek.nl of www.schnitgerorgel.nl