Economie

Groener kantoor? Begin met niet te nieten

Een groen steentje bijdragen op kantoor betekent bijvoorbeeld: niet meer nieten.

7 October 2011 13:14Gewijzigd op 14 November 2020 17:01
Foto Alexander van Berge
Foto Alexander van Berge

Eén nietje staat voor 0,0000000415 ton CO2-uitstoot. Dat is niks, zou je zeggen. „Toch gaan er tonnen staal per jaar de vuilnisbak in als nietje. Vastgeklonken aan al dan niet belangrijke papieren”, schrijft econoom Ynzo van Zanten in het onlangs verschenen ”How to green your office”. Het boekje laat zien hoe gemakkelijk het is „om alles iets groener te maken”, en dan vooral op de werkvloer.

Duurzaamheid klinkt vaak zo groot, en waar moet je beginnen? Gewoon, in de kleine cirkel om je werkplek, is de boodschap. Door dubbelzijdig te printen, of door niet te printen, of te kiezen voor de ecofont, een lettertype met piepkleine gaatjes dat tot 20 procent aan inkt bespaart. Door printers, kopieerapparaten en telefoonopladers –al die apparaten met „mooie rooie lampjes die staan te trappelen om weer aan de slag te gaan”– uit te zetten als ze niet worden gebruikt.

Ynzo van Zanten is de oprichter van Green Inc., een organisatie die bedrijven adviseert over duurzaam onder­nemerschap, en hoe dat door te voeren is op de werkvloer. Daarnaast doceert hij onder andere aan de Hogeschool Amsterdam.

Om zich heen ziet hij dat mensen graag een steentje willen bijdragen aan duurzaamheid, maar dat er altijd drempels opduiken. Van Zanten: „De baas zegt: Mijn mensen zijn er niet mee bezig, en de werknemers zeggen: De baas is er niet mee bezig. Maar als je hen bij elkaar zet, blijkt dat er al genoeg draagvlak is.”

Raam open

Met het boekje wil Van Zanten laten zien hoe iedereen, „hoog of laag in de organisatie”, te betrekken is bij de duurzaamheidsambities van een bedrijf. „Want een bedrijf kan een grootse strategie hebben – maar pas met concrete tips voor rond de werkplek gaan mensen vanzelf meedoen.”

Er is nog aardig wat winst te boeken op het gebied van duurzaamheid in Nederlandse kantoren, meent Van Zanten. „Wat mensen thuis al wel doen, lijken ze op kantoor te vergeten; daar lijkt het hen niet te interesseren dat het raam openstaat terwijl de verwarming aanstaat.”

Hoewel het bewustzijn rond duurzaamheid volgens hem de laatste tien jaar wel is verbeterd, blijft het lastig dat velen vinden dat een ander de eerste stap moet zetten. „Mensen zijn vaak afwachtend. Ze vinden dat de overheid wat moet doen, en overheid vindt dat de bal bij het bedrijfsleven ligt; de werkgever vindt dat de werknemer iets moet doen, en andersom.”

Volgens Green Inc. is „het kamp van duurzame denkers en doeners gespleten in visionairs die kortetermijnacties zinloos vinden, en duurzaamheid-voor-de-massadenkers die concrete actie willen.” Een combinatie van die twee is nodig, meent Van Zanten. „De visionairs hebben een punt, maar de kleine stappen helpen zeker.”

Dat vindt ook netbeheerder Liander, die de wedstrijd Groene Daad op touw zette. Liander zorgt voor het transport van gas en elektriciteit in een groot deel van Nederland. Net als Van Zanten denkt Liander dat mensen thuis al „groene moraalridders” kunnen zijn, maar op kantoor nog niet. „We eten onbespoten biobroccoli en zijn niet vies van een spaarlampje. Maar op kantoor brandt het licht tot het ochtendgloren en doen de computers hun dutje in stand-by”, zo is te lezen op groenedaad.nl.

Zonnepanelen

Om werknemers daarvan bewust te maken, kunnen kantoren vanaf maandag tot 11 november bewijzen van groene daden insturen. Op 11 november, de Dag van de Duurzaamheid, wordt de winnaar bekendgemaakt. De wedstrijd draait om kleine groene daden: „Voor je het weet heb je er al één gedaan. Vergader bijvoorbeeld eens bij kaarslicht. Stukken knusser dan met tl-sfeerverlichting. Of laat de lift maar hangen en pak de trap.”

Op dit moment hebben zich 53 kantoren ingeschreven. Dat is mooi, vindt Karen Nitschke, woordvoerder van Liander. „We doen dit nog maar voor de eerste keer. Overigens kunnen bedrijven zich nog steeds inschrijven, ook vanaf maandag.”

Waarom organiseert juist Liander zo’n wedstrijd? Omdat het bedrijf nadenkt over de toekomst – waarbij duurzaamheid belangrijk is. Nitschke: „Wij werken aan een duurzamer 
energienetwerk. Dat doen we door ons netwerk slimmer te maken, zodat consumenten –ook als het er veel meer worden– straks zonnepanelen op het dak kunnen hebben waar ze zelf gebruik van maken, maar ook energie terug kunnen leveren. We moeten elektrische auto’s kunnen rijden.”

Maar als we dat straks allemaal tegelijk gaan doen, vraagt dat meer van het net, legt Nitsche uit. „Daarom willen wij onze klanten óók bewust maken van hun energiegebruik. Bij onze aandacht voor duurzaamheid past deze campagne.”

www.groenedaad.nlwww.howtogreenyouroffice.nl


Duurzame Tipp-Ex

De medewerkers van watMooi.nl –een webwinkel voor duurzame mode– doen mee aan de wedstrijd op groenedaad.nl.

Eigenaar Joke Bom: „Bij iedere aanschaf, ook van computers, kijken we hoe we dat zo duurzaam mogelijk kunnen doen. Ons papier is duurzaam, en de pennen, potloden en Tipp-Ex ook. Het licht gaat overal automatisch uit of aan als je hier naar buiten of naar binnen gaat.

Wij zijn een groen bedrijf, en ik vind dat we die lijn moeten doortrekken naar kantoor. Alleen zou ons kantoor nog wel groener mogen zijn. Ik wil best zonnepanelen op het dak hebben. En we hebben nog enkel glas. Daarin zou ik graag stappen willen zetten.

We zitten met vijf mensen op kantoor; met mij erbij zes. De koffie en thee die we er drinken, is biologisch.

Wat we volgende week onder andere willen laten zien, is dat wij kleding die we retour krijgen –omdat er een weeffoutje in zit of een knoopje af is– aan goede doelen geven, aan Terres des Hommes bijvoorbeeld. Dat doen we liever in plaats van het terug te sturen naar de fabrikant. Met extra vervoer ben je toch weer bezig met vervuilen.

Aan het einde van die wedstrijd gaan we met het team eten bij een biologisch restaurant.”


Beetje weggestopt: de lift

Staatssecretaris Weekers (Financiën) opende vorige week het zeer duurzame kantoor van TNT Express in Hoofddorp.

Bij de bouw is zo veel mogelijk gebruikgemaakt van gerecyclede –en later te recyclen– materialen, zegt architect Chris Collaris van architectenbureau Paul de Ruiter. Ook kwamen de materialen van dichtbij: uit Nederland.

Het gebouw wekt zijn eigen energie op. Dat niet alleen: het produceert meer warmte dan het zelf nodig heeft. Wat overblijft, gaat naar omringende kantoren.

In het hoofdkantoor wordt gebruikgemaakt van de meest duurzame licht- en ventilatietechnologieën, vult persvoorlichter Cyrille Gibot van TNT aan. „De meeste van de kwaliteiten zijn onzichtbaar”, voegt Gibot eraan toe. „Voor de mensen hier is dit eerst en vooral een kantoor, een plaats waar we werken en elkaar ontmoeten.”

Architect Collaris: „Het licht komt tot diep in het gebouw. In goede ruimtes, met voldoende lucht en licht, neemt de productiviteit van mensen toe. In het hart van het gebouw zit een atrium, waar collega’s elkaar ontmoeten. Duurzaamheid gaat ook om menselijk welbevinden.” Een grote trap voert naar die centrale ruimte. De lift zit expres om de hoek.

Meer over
werk & leven

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer