Maar volgens staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken) zijn de hervormingen „te doen.” Dat blijkt volgens hem uit overleg met gemeenten, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de bijstand.

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft eerder juist aangedrongen op een (half)jaar uitstel van de plannen. Zo vrezen de lokale overheden problemen met de nieuwe, strengere controle op het inkomen van gezinnen in de bijstand. Computersystemen zouden niet op tijd aangepast kunnen worden.

D66-Kamerlid Fatma Koser Kaya diende met steun van PvdA, SP, GroenLinks en ChristenUnie een motie in die De Krom vraagt met de VNG afspraken te maken om de gevreesde problemen te voorkomen. De oppositiepartijen hebben felle kritiek op de plannen om vanaf volgend jaar in de bijstand te toetsen op het inkomen van alle gezinsleden, ook van inwonende meerderjarige kinderen.

Volgens PvdA’er Hans Spekman worden jongeren in een arm gezin op een achterstand gezet, omdat ouders en kinderen in de bijstand financieel van elkaar afhankelijk worden gemaakt. Maar De Krom zei te willen voorkomen dat mensen onnodig thuis zitten door ze meer te prikkelen aan het werk te gaan. Daarbij moet in zijn ogen een stapeling van uitkeringen achter één voordeur worden tegengegaan.

CDA-politica Sterk zei dat niet valt uit te leggen dat nu een gezin met twee volwassenen en twee kinderen in de bijstand meer dan 120 procent van het minimumloon kan ontvange, terwijl eenzelfde soort gezin met werken eenzelfde inkomen heeft. Wel vroeg Sterk aan de staatssecretaris om via bijzondere bijstand te voorkomen dat grotere gezinnen in de bijstand door de nieuwe huishoudtoets in de problemen komen met hun vaste lasten. Hiervoor heeft de VNG nog gewaarschuwd.