HRW wil onderzoek doodverklaarde Syrische
LONDEN/DAMASCUS (ANP/RTR/AFP) – Mensenrechtenorganisaties willen dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de identiteit van het zwaar verminkte stoffelijk overschot van een Syrische vrouw dat vorige maand werd aangetroffen in een ziekenhuis. Amnesty International en Human Rights Watch (HRW) meldden dat woensdag in een gezamenlijke verklaring.
De staatstelevisie in Syrië toonde eerder op de dag beelden van en een interview met de 18-jarige Zainab al-Hosni, over wie Amnesty eerder had geschreven dat zij de betreffende vrouw was van wie het lijk door familie was gevonden in het hospitaal. HRW meldde ook dat de vrouw eind juli was verdwenen, waarna de autoriteiten haar lichaam, dat deels was gevild en ontdaan van armen en hoofd, in september overhandigden aan haar nabestaanden.
„Het lijkt er nu op dat Zainab’s familie het stoffelijk overschot dat aan hen is overhandigd onjuist heeft geïdentificeerd, door de zware verwondingen”, aldus HRW en Amnesty. De organisaties vinden het van het grootste belang dat de ware identiteit van de dode alsnog duidelijk wordt.
De moeder van al-Hosni bezocht vorige maand het ziekenhuis om het lijk van haar zoon, de 27-jarige Mohammad Deeb al-Hosni, te identificeren. Hij was een van de leiders van de oppositie in de stad Homs. Destijds werd vermoed dat zijn zus Zainab eerder was gearresteerd om hem in de val te lokken. Mohammad Deeb al-Hosni zou zijn gemarteld en vermoord.
Zainab verklaarde op de staatstelevisie dat ze eind juli was weggelopen van huis omdat ze werd mishandeld door haar broer. „Ik hoorde van mijn eigen dood via tv-zenders, die meldden dat de Syrische veiligheidsdiensten me hadden opgepakt, dat ze me hadden verbrand en mijn lichaam in stukken gehakt.”
De familie van de tiener heeft inmiddels bevestigd dat de vrouw die werd getoond door de staatstelevisie, en die daar zwaaide met haar identiteitskaart, inderdaad Zainab is. Ze hebben volgens HRW en Amnesty echter nog geen telefonisch contact met haar gehad.