Ook voor 2004 ziet het er voor sommige landen nu al zo slecht uit dat het „hoogst onwaarschijnlijk” is dat het afgesproken tijdpad om de begroting op orde te hebben kan worden gehaald.

De Commissie becijferde woensdag in een kwartaalverslag dat het gemiddelde tekort in de twaalf landen van de eurozone dit jaar op 2,5 procent (van het bruto binnenlands product) uitkomt.

De regels van het fameuze stabiliteitspact, dat een sterke euro moet garanderen, eisen een sluitende begroting. Het tekort mag niet hoger dan 3 procent zijn. Recidivisten, dat wil zeggen landen die drie jaar achtereen over de schreef gaan, riskeren een fikse boete.

Landen met zo’n buitensporig deficit moeten dat corrigeren, op basis van aanbevelingen die op voorstel van de Commissie in onderling overleg zijn afgesproken.

De grote landen Duitsland, Frankrijk en Portugal dreigen dit jaar opnieuw door het plafond van 3 procent te schieten. Italië hikt er tegenaan. Ierland, Luxemburg, Oostenrijk en Finland zijn de beste leerlingen van de klas. Nederland zit in de middenmoot.

Het komende jaar ziet het er volgens Brussel ook niet al te rooskleurig uit. De Commissie wijst dezelfde vier landen met de vinger, als er geen extra ’correcties’ komen, maar noemt fijntjes in één adem ook Nederland, dat met een verwacht tekort van 2,4 procent „in de buurt” kan komen van die bovengrens. De Commissie is daarmee nog wat optimistischer dan het Centraal Planbureau, dat voor volgend jaar een tekort van 2,6 procent voorziet.