„Studenten uit armoede naar voedselbank”
DELFT (ANP) – Weet het ministerie van Onderwijs dat de TU Delft een onkostenregeling heeft ingesteld voor buitenlandse studenten om te voorkomen dat ze aankloppen bij de Voedselbank?
Dat heeft PvdA-Tweede Kamerlid Tanja Jadnanansing vrijdag gevraagd aan staatssecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra.
Uit een interne mededelingenbrief van de TU Delft van vorig jaar blijkt, volgens het Kamerlid, dat de gemeente Delft de universiteit had gemeld dat steeds meer buitenlandse studenten eten kwamen halen bij de Voedselbank. Het zou vooral om Chinezen gaan die aan de TU promoveren. Ze krijgen vanuit hun land van herkomst een studiebeurs, maar die is naar Nederlandse normen erg karig.
Een woordvoerder van de TU heeft vrijdag bevestigd dat vorig jaar zomer inderdaad een onkostenvergoeding is ingesteld door de TU voor buitenlandse studenten. Hij zegt niet te weten om hoeveel geld het gaat.
Volgens Sjoerd Keulen van Promovendus.org, een actiegroep die gelieerd is aan het Promovendi Netwerk Nederland, krijgt de groep studenten van de universiteit 450 euro per maand. Met dat bedrag komen ze aan een inkomen dat rond het Nederlands sociaal minimum ligt. Hij schat dat het in Delft om ongeveer 400 mensen gaat, vooral afkomstig uit China en andere delen van Azië.
Ze zijn, in tegenstelling tot andere promovendi, niet in dienst van de universiteit. Daarom hebben ze volgens Keulen nauwelijks rechten. „Terwijl ze absoluut hetzelfde werk doen als de anderen, namelijk wetenschappelijk onderzoek.” De constructie is volgens hem erg voordelig voor de TU. Die hoeft de studenten nauwelijks iets te betalen. De universiteit krijgt de investering terug als de student eenmaal is afgestudeerd, want dan volgt een promovendusbonus.” Volgens Keulen bedraagt die ongeveer 40.000 tot 90.000 euro.
De PvdA heeft de staatssecretaris gevraagd of andere Nederlandse universiteiten ook dergelijke constructies hanteren voor promovendistudenten.
De Abvakabo FNV voorziet dat door de bezuinigingsvoorstellen van het kabinet steeds meer promovendi onder het bestaansminimum zakken, en ook geen recht hebben op pensioen, WW en ziekteregelingen.