Rufus S. werd pas eind december 2009 gearresteerd, na een DNA-match met spermasporen die zijn aangetroffen op enkele slachtoffers. Hij was toen aangehouden voor een andere zaak.

In een van de zaken in 1996 duwde hij een vrouw ’s nachts van haar fiets en bedreigde haar met een scherp voorwerp. Vervolgens zei hij tegen haar in het Engels: „Nu maak ik je dood, ik snijd je benen eraf.” Hij trok haar de bosjes in en verkrachtte haar.

Ook drong hij een woning binnen waar zich drie vrouwen bevonden. Zij moesten naakt op de grond gaan liggen, waarna hij hen seksueel misbruikte onder bedreiging met een mes.

Enkele slachtoffers legden op de zitting emotionele verklaringen af over de ingrijpende gevolgen van het seksuele geweld. Ze hebben last van angst, gevoelens van onzekerheid en onveiligheid, kunnen niet meer goed werken of studeren, alleen wonen of een relatie hebben. „In hele korte tijd zijn een heleboel levens verwoest”, vatte een van de advocaten van de slachtoffers het leed samen.

De zedendelicten vonden plaats in de periode april tot en met augustus 1996. S. woonde toen bij zijn moeder in Amsterdam-Oost, in de buurt waar de meeste zaken plaatshadden. Drie dagen na het laatste incident werd S. opgepakt voor een overval en veroordeeld tot 2 jaar celstraf.

Volgens de rechter bestaan er meerdere overeenkomsten in de zaken wat betreft locatie, signalement en wijze van handelen van de dader. De politie ging er destijds al van uit dat het mogelijk om een serieverkrachter ging.

De verdachte heeft een geschiedenis van geweldsdelicten en zat meerdere celstraffen uit voor onder meer afpersing, inbraak en een overval. S. weigerde begin dit jaar mee te werken aan psychiatrisch onderzoek in het Pieter Baan Centrum.