Atsma en Bleker kondigen woensdag aan dat ze met de sector afspraken hebben gemaakt over een nieuwe aanpak die voldoet aan de Europese regels. Met de nieuwe opzet wordt mest op termijn een nuttige grondstof die de veehouders kansen op een nieuwe koploperspositie kan bieden.

Uitgangspunt van het nieuwe systeem wordt dat elke veehouder die meer mest produceert dan hij op eigen grond kwijt kan, een deel van het overschot laat verwerken bij een erkend bedrijf. Het contract voor de mestverwerking moet uiterlijk 31 december voor het nieuwe jaar zijn afgesloten. Een mestverwerkingsbedrijf zet de mest om in energie of in mestkorrels, die kunstmest in de toekomst zouden kunnen vervangen. Bleker zegt „heel veel haast” te willen maken en denkt dat deze verplichting per 1 januari 2013 zou kunnen ingaan.

Het plan valt of staat volgens hem niet met toestemming uit Europa. „Het gaat erom dat de mest wordt afgeleverd bij een erkend mestverwerkend bedrijf. Dat is de crux.” Hij ziet het plan als een kans om de jarenlange discussie over het mestprobleem af te sluiten. „Dit achtervolgt ons al jaren. Hiermee kunnen we in een keer met de mest uit de probleemhoek komen.”

Bleker vindt dat deze aanpak de sector kansen biedt om voorop te gaan lopen bij deze innovatieve mestverwerking. De sector ruikt eveneens kansen. Ook de al jaren in een diep dal zittende varkenshouders. Voor hen is het pittig, weet LTO-topman Albert Jan Maat. „Maar er moet wat gebeuren, gezien het voorspelde tekort aan energie, voedings- en grondstoffen. Wij zijn ervan overtuigd dat we ook hier een wereldspeler kunnen worden. Dit biedt toch een nieuwe zekerheid.”

De varkensboeren en het Productschap Diervoeder gaan werken aan veevoer dat ervoor zorgt dat er minder van het milieubelastende fosfor in de mest belandt. Ook de zuivelketen gaat aan de slag met ander veevoer. Als dat in 2012 niet voldoende resultaat oplevert, komen Bleker en Atsma ook daar met bindende maatregelen.