Sarfati: Dawkins’ boek is slechts propaganda voor de evolutie
Richard Dawkins’ pennenvrucht ”The Greatest Show on Earth” heeft heel wat tongen losgemaakt. Het was bedoeld om bewijzen voor de evolutie aan te leveren. Australiër Jonathan Sarfati maakt echter korte metten met de redeneringen van ”Darwins rottweiler”.
De verontwaardigde reacties waren niet van de lucht toen eind 2009 het boek ”Het grootste spektakel ter wereld” van de Britse atheïst Richard Dawkins verscheen. Hoe kon Dawkins de tegenstanders van de evolutietheorie nu over één kam scheren met Holocaustontkenners? Dat was dan ook een valse analogie.
Ook joeg hij Anglicaanse geestelijken tegen zich in het harnas toen hij „verlichte bisschoppen en theologen” ertoe opriep om „iets meer moeite te doen om de antiwetenschappelijke onzin die zij betreuren ook te bestrijden.” Ze zouden eens moeten zeggen dat Adam en Eva waarover ze keer op keer spreken niet eens hebben bestaan – „uiteraard niet”, aldus de Britse hoogleraar evolutiebiologie die ook bekendstaat als ”Darwins rottweiler”. „Evolutie is een onontkoombaar feit; dit boek is een eerbetoon aan de overdonderende kracht, eenvoud en schoonheid ervan.”
In atheïstische kringen werd Dawkins’ boek enthousiast verwelkomd met kwalificaties zoals „briljant geschreven” en „levert eindelijk een solide bewijs voor de evolutie.”
Maar hoe doortimmerd zijn eigenlijk de bewijzen die de Britse hoogleraar aandraagt voor de evolutie? Jonathan Sarfati van de creationistische organisatie Creation Ministries International is er diep ingedoken en vond er geen die steek hield. Hij fileert het in zijn Engelstalige boek „The Greatest Hoax on Earth?” grondig op basis van wetenschappelijke feiten.
Sarfati meent ten slotte reden genoeg te hebben om de evolutietheorie te kwalificeren als bedrog en Dawkins’ boek te beoordelen als atheïstische propaganda. In dit artikel een aantal voorbeelden van de misslagen van de Britse hoogleraar.
www.creation.com/question-evolution
Evolutie versus creatie
Het populair geschreven boek ”Het grootste spektakel ter wereld” (ISBN 9789046806517) van de Britse hoogleraar Richard Dawkins is een internationale bestseller geworden. Het heeft echter zijn tegenvoeter in het Engelstalige boek ”The Greatest Hoax on Earth?” – Het grootste bedrog ter wereld? (ISBN 9780949906731) van de Australische biochemicus Jonathan Sarfati, die werkzaam is voor de creationistische organisatie Creation Ministries International.
Maar een theorie
Dawkins ergert zich groen en geel aan creationisten die stellen dat de evolutie „maar een theorie” is. Een theorie is volgens het woordenboek Oxford Dictionairy een stelsel of systeem van ideeën of beweringen dat dient ter verklaring of uitleg van een verzameling feiten of verschijnselen, een uiteenzetting van wat wordt beschouwd als een algemeen geldende wet; of een hypothese die wordt geopperd als mogelijke verklaring, niet meer dan speculatief en verondersteld.
In de eerste betekenis gaat het bijvoorbeeld om de zwaartekrachtswet van Newton en de relativiteitstheorie van Einstein, in de tweede over onzekere speculatie. Dawkins schaart evolutie bij de eerste, een creationist bij de tweede.
Sarfati stelt dat de evolutietheorie een claim is over het verleden dat niet herhaald kan worden en waarvan geen ooggetuigen bestaan. Het is dus een geloofspositie waarin Dawkins zich heeft gemanoeuvreerd, maar wel een die lijnrecht staat tegenover de Bijbelse.
Bewijs voor evolutie
De argumenten waarvan Dawkins zich bedient om zijn betoog te staven, zijn niet zelden drogredeneringen. Eén daarvan is de ”dubbelzinnigheid”, die de Britse hoogleraar herhaaldelijk toepast op het woord evolutie.
Zo omschrijft hij evolutie als „een systematische toe- of afname in de frequentie van een bepaald gen in een genenpoel; dat is precies en exact wat bedoeld wordt met evolutie” (micro-evolutie), terwijl hij intussen aannemelijk probeert te maken dat alle levensvormen zijn ontstaan uit een eencellige (macro-evolutie). Sarfati merkt schamper op dat hij volgens Dawkins omschrijving ook een evolutionist zou zijn.
In sommige gevallen misleidt Dawkins zijn zelfs lezers met onjuiste beweringen. Zo schrijft hij de Britse biochemicus Michael Denton opvattingen toe die deze nooit heeft gehuldigd. Het gaat daarbij om zijn vermeende creationistische sympathieën, waarvan Denton in een tweede publicatie afstand zou hebben genomen. Sarfati maakt duidelijk dat de biochemicus altijd neodarwinistisch heeft gedacht.
Veranderende soorten
De Britse hoogleraar Dawkins lijkt er een sport van te hebben gemaakt om creationisten van alles toe te dichten, om daarop vervolgens te gaan schieten – de zogeheten ”drogredenering van de stroman”. Zo doet hij alle moeite om te bewijzen dat natuurlijke selectie een feit is.
Maar wie moet hij daarvan overtuigen? Creationisten niet, want die zijn dat al. „Geen goed geïnformeerde creationist zal komen aandragen met de argumenten die Dawkins hun in zijn boek in de schoenen schuift.” Dawkins is op dit punt ten strijde getrokken tegen een stroman, concludeert Sarfati. En dat was niet de enige passage waarin de Britse atheïst dat deed.
Van eenzelfde orde is Dawkins’ strijd tegen de opvatting dat soorten niet kunnen veranderen. Een van zijn voorbeelden daartegen is de snelle soortvorming in het Afrikaanse Victoriameer, waardoor momenteel zo’n 300 soorten baarsachtigen (cichliden) worden geteld. Geen creationist zal ontkennen dat soorten veranderen.
Resistente bacterie
Behalve drogredeneringen gebruikt Dawkins ook halve waarheden om de evolutietheorie te bewijzen, aldus Sarfati. Zo haalt hij het cliché van de resistentie van bacteriën tegen penicilline van stal als bewijs voor evolutie door natuurlijke selectie. Hij vergeet erbij te vermelden dat de onderzoeker die dit ontdekte, de orthodoxe jood Ernst Chain, de evolutie „amper een theorie” noemde en „eerder in sprookjes zou willen geloven dan in zulke wilde speculaties.”
Dawkins dicht aan natuurlijke selectie meer toe dan hij kan waarmaken op grond van wetenschappelijk onderzoek. Hij ziet de ontwikkeling van resistentie door natuurlijke selectie als een van de vele voorbeelden van „evolutie in actie”, Sarfati als variatie binnen de soort.
Behalve dat de Britse prof het woord evolutie herhaaldelijk dubbelzinnig gebruikt, neemt Sarfati het hem ook hoogst kwalijk dat hij blijft volhouden dat evolutie noodzakelijk is voor de vooruitgang in de wetenschap terwijl mannen als Chain aantonen dat het ook anders kan.
Missing link
Missing links bestaan er volgens Dawkins niet. Als voorbeeld van een overgangsvorm noemt hij de zogeheten oervogel archaeopteryx. „Eén fossiel zegt niets.” Slechts een groot aantal fossielen kan tussenvorm genoemd worden van de ene naar de andere soort, zo beweert hij.
Sarfati noemt deze redenering zwak. „Als alles een tussenvorm is, verliest het woord zijn betekenis.” Met diverse wetenschappelijke publicaties toont hij aan dat deze ‘tussenvorm’ een volledig ontwikkelde vogel was, met alle kenmerken van een hedendaagse vogel. „Een recent onderzoek (Paleobiology, 2009, BvdD) laat zien dat de verandering van reptiel naar vogel niet geleidelijk plaats kan hebben gehad, maar met sprongen moet zijn gegaan.” Deze sprongen zijn volgens Sarfati niet anders dan gaten in de evolutiereeks. „Er zijn dus wel degelijk missing links”, zo concludeert hij in tegenstelling tot wat Dawkins pretendeert.
De Australiër haalt er vervolgens nog heel wat voor het voetlicht, zoals de ontbrekende voorloper van de eerste pterosauriër; de tussenvormen van muis naar vleermuis, van vis naar viervoeter, van landdier naar walvis en de voorouder van de schildpad. Hij concludeert ten slotte dat het fossielenbestand overal de verwachtingen van de evolutionisten tegenspreekt.
Cambrische explosie
De grootste hiaat in het fossielenbestand waarmee evolutionisten in hun maag zitten is het gat voorafgaand aan de Cambrische explosie: het oorspronkelijke aardgesteente bevat nauwelijks fossielen, terwijl de laag daarboven wemelt van de platwormen. Waar komen die opeens vandaan? Creationisten zien dat als een sterk bewijs tegen de evolutietheorie.
Dawkins komt vervolgens niet met een goed onderbouwd betoog maar met een jij-bak. Hij beweert dat creationisten minstens evenveel problemen hebben met de Cambrische explosie. Zij denken dat de platwormen „uit het niets” ineens zijn geschapen in deze aardlaag, aldus Dawkins. Hij ziet daarin een tegenspraak met het Bijbelse gegeven dat al het leven in een week is geschapen. Waarom zit dat dan niet in dezelfde aardlaag?
Zo heeft de Britse hoogleraar –alweer– een gewillige stroman gevonden. Geen creationist ziet hier een probleem opdoemen, maar schrijft de vorming van de meeste aardlagen toe aan de zondvloed. Dawkins evenwel meent hiermee –ten onrechte– „in één klap” het creationistische betoog onderuit te hebben gehaald.
Wetenschap zonder evolutie
Bij serieuze mensen bestaat geen twijfel over de evolutie, meent Dawkins, die zich hiermee schuldig maakt aan een logische dwaling op basis van emotie, een ”argumentum ad populum”. Naar zijn mening is evolutie „de historische context van de levende wereld.” Bewijzen voor zijn stelling laat de Britse prof achterwege; insinuaties richting Bijbelgetrouwe christen echter niet. Hij bevindt zich in goed gezelschap, want ook organisaties als de Amerikaanse National Academy of Science noemen evolutie een hoeksteen van de moderne wetenschap.
Maar is die claim wel waar? „Het is gemakkelijk om te zien dat de meeste wetenschappen niet het minste van doen hebben met evolutie. Computers, mobiele telefoons, vliegtuigen en maanlandingen hebben er zeker niets mee te maken”, aldus Sarfati. Hij maakt bovendien aannemelijk dat de wetenschap veel te danken heeft aan creationistische onderzoekers.
Als voorbeelden noemt hij Robert Boyle (moderne chemie), James Clerk Maxwell (elektromagnetische straling), Charles Babbage (computers), Orville en Wilbur Wright (vliegtuig), Johann Kepler (planeetbanen), Isaac Newton (zwaartekracht), Wernher von Braun (rakettechnologie) en James Irwin, een Bijbelse creationist die op de maan wandelde.
Zelf de biologie kan de evolutie missen, zo citeert Sarfati Marc Kirschner van de Amerikaanse Harvard University. „De laatste honderd jaar heeft bijna de gehele biologie zich onafhankelijk gemaakt van evolutie, behalve de evolutiebiologie. Moleculaire biologie, biochemie en fysiologie hebben niets meer van doen met evolutie.”