Seksuoloog: Kerk dringt vaak te snel aan op vergeving dader misbruik
GOES – „De kerk kan dader-gedrag vertonen.” Dit hield seksuoloog en psychotherapeut drs. P. M. Wagenaar donderdag ruim honderd ambtsdragers en kerkelijk werkers voor op een symposium in Goes over het thema ”Seksueel misbruik binnen het gezin, hoe gaan we hier als kerk mee om?”.
Op het symposium van de christelijke hulporganisatie Eleos, dat donderdagmiddag en –avond werd gehouden in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente in Goes, leidde Wagenaar het thema in met een lezing.
De seksuoloog constateerde dat veel slachtoffers van seksueel misbruik op latere leeftijd psychische klachten ontwikkelen. Aan de hand van verschillende voorbeelden gaf hij een indruk van wat seksueel misbruik in de praktijk betekent voor het slachtoffer. Eén van die voorbeelden was Anna, een vrouw die vanaf haar vierde tot haar zeventiende jaar seksueel is misbruikt. Als gevolg daarvan ontwikkelde zij een ”seksuele aversiestoornis”, wat inhoudt dat zij een afkeer heeft gekregen van seksualiteit.
Wagenaar legde uit dat een gevolg van seksueel misbruik is dat de ontwikkeling van een kind in de war wordt geschopt. „Een slachtoffer van seksueel misbruik heeft grote moeite met het geven en ontvangen van vertrouwen.” Daarnaast hebben slachtoffers moeite met het aangeven van grenzen en het aangaan van een intieme relatie. „Het aangaan van een intieme relatie is bedreigend voor hen. Want ze weten: je kan misbruikt worden.” Een vraag die slachtoffers steeds weer stellen, zo vervolgde Wagenaar, is: waar was God toen het misbruik plaatsvond?
Wagenaar ging ook in op de wijze waarop daders van seksueel misbruik zich gedragen. „Zij worden in de loop van de tijd steeds bedrevener in het goedpraten van hun egocentrische gedrag.” Hij gaf aan dat zij de verantwoordelijkheid vaak bij een ander leggen en niet zelden inlevingsvermogen en zelfinzicht missen. De psychotherapeut stelde dat het belangrijk is om bij de omgang met daders inzicht te hebben in de mechanismen achter het gedrag. Daarom vindt hij het gevaarlijk als ambtsdragers die met seksueel misbruik in aanraking komen, het zelf willen oplossen.
Over de rol van de kerk merkte Wagenaar op dat die zich vaak schaart aan de kant van de dader. „En om het heel cru te zeggen: de kerk kan dader-gedrag vertonen.” Dat komt volgens hem onder meer tot uiting in de wijze waarop de kerk omgaat met slachtoffers van seksueel misbruik. Dat gebeurt onder meer door het misbruik binnenskamers te houden.
Wagenaar betoogde verder dat er sprake kan zijn van kerkelijk machtsmisbruik. Bijvoorbeeld als de kerk zegt dat het slachtoffer de dader moet vergeven, maar vergeet te vragen of het slachtoffer daar zelf aan toe is.
Hij noemde het „berucht” dat kerken het slachtoffer onder druk zetten om te vergeven. „Vergeving kan nooit onder dwang gebeuren.” De kerk focust volgens hem vaak op schuldbelijdenis van de dader. Daaruit ontstaat dan als het ware een recht op vergeving. „Dat doet ernstig onrecht aan de psychische processen die spelen. Laat de kerk oog hebben voor de innerlijke beleving van het slachtoffer en dat respecteren.” De psychotherapeut wees er verder op dat in de praktijk verhoudingen vaak niet meer te herstellen zijn.
Na de lezing van Wagenaar kwam een slachtoffer aan het woord die over zijn ervaringen vertelde. Hij zei dat hij jarenlang door zijn vader, een gerespecteerd ouderling in een reformatorische kerk, was misbruikt. Een gevolg daarvan, zo zei hij, was dat hij voor elke volwassene bang was. „Ik wist: achter elk zwart pak zit een vies mannenlichaam.” Op latere leeftijd, hij was inmiddels vader in een gezin, stortte hij volledig in. Maar hij vertelde ook hoe de Heere hem verlost had. „De vergevende liefde van Christus gaf mij de gelegenheid mijn vader te vergeven.”
Voorafgaand aan de lezing werd met een interactieve casus het thema inzichtelijk gemaakt. In het avondprogramma werd het thema uitgewerkt in vier workshops over respectievelijk ”De impact van seksueel misbruik op het gezin”, ”Pastorale zorg bij seksueel misbruik”, ”Hoe om te gaan met een dader in de gemeente?” en ”De gevolgen van seksueel misbruik op uw gemeentelid”.