De reorganisatie is het gevolg van de fusie van de uitvoeringsorganen Cadans, GAK, GUO, SFB en Uszo en hun opdrachtgever Lisv, waaruit UWV is ontstaan, na de Belastingdienst de grootste uitvoerder van de overheid.

„Als je zes organisaties bij elkaar zet, weet je op voorhand dat je niet alle zes de ondersteunende afdelingen als receptie en facilitaire diensten nodig hebt en dat het werk efficiënter kan”, aldus een woordvoerster.

Het accent van de afslankingsoperatie ligt in de jaren 2005 en 2006. „Op voorhand kunnen we gedwongen ontslagen niet uitsluiten, maar het is wel onze inzet”, stelde de woordvoerster. Volgens haar is een groot deel van de reorganisatie op te vangen met natuurlijk verloop, dat bij de organisatie jaarlijks neerkomt op 8 procent van het personeelsbestand.

Bovendien gaat UWV ervan uit dat met het afstoten van taken ook zoveel mogelijk medewerkers meegaan naar de nieuwe werkgever. Zo is afgesproken dat 800 medewerkers overgaan naar de Belastingdienst. Dat is ook het uitgangspunt bij het uitbesteden van facilitaire taken.

De Belastingdienst gaat vanaf 2006 de premies innen voor de uitkeringen die UWV verstrekt. De overheveling van de taken op het gebied van premie-inning is bepaald bij de invoering van de Wet structuur uitvoering werk en inkomen (SUWI) in 2001. Hierdoor verdwijnen bij UWV 2900 banen.

Volgens de zegsvrouw van het uitvoeringsinstituut is de gedachte achter het afstoten van dit soort taken dat UWV zich voortaan geheel kan concentreren op de kerntaken; uitvoering van de Ziektewet, WAO en WW. Naast het afstoten van taken aan de Belastingdienst wordt ook nog werk (800 banen), zoals het uitkeren van wachtgeld, overgedragen aan opdrachtgevers. Dat zijn overwegend pensioenbedrijven.

De inkrimping van de uitvoeringsorganisatie als gevolg van de fusie betekent dat er zowel op het niveau van ondersteunende diensten als de stafafdelingen wordt geschrapt. Hierdoor komen ongeveer 2600 banen te vervallen.