Een deel van de inkomsten van KOEH wordt gevormd door giften in natura. In 2002 kwam het percentage uitgaven voor fondsenwerving en uitvoeringskosten uit op 8,5 procent. Dit betekent dat van iedere gedoneerde euro 91,5 cent daadwerkelijk besteed is aan hulpverlening. Het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) stelt een norm van 25 procent.

In het jaar 2002 is gewerkt aan concrete invulling van besluiten die eerder binnen de organisatie zijn genomen. Dit nieuwe beleid is verwoord en uitgewerkt in het jaarplan voor 2002 en wordt door KOEH gezien als een herziene beleidsmatige en geografische inkadering van de activiteiten.

Een belangrijk deel van het werk was in 2002 gericht op lectuur en toerusting en ondersteuning van de plaatselijke kerken. Zo heeft er op het gebied van lectuur en toerusting een omslag plaats van aanbodgestuurde naar meer vraaggestuurde ondersteuning. Voorgangers komen in toenemende mate zelf met voorstellen voor te vertalen boeken en thema’s van toerustingsconferenties. Ten aanzien van kerkbouwprojecten is gekozen voor het voltooien van lopende projecten boven het starten van nieuwe.

In Albanië was er aandacht voor evangelisatiekampen, kinderhulp, materiële hulp en ontwikkelingswerk. In Bulgarije, Moldavië, Oekraïne, Wit-Rusland en Servië werd gewerkt met comités. Deze worden gevormd door lokale vertegenwoordigers van verschillende kerken. De doelstelling is dat deze comités gaan functioneren als verantwoordelijk orgaan voor de hulpverlening in een bepaalde regio.