Minister Henk Kamp (Sociale Zaken) heeft na de nodige onderhandelingen over het akkoord deze week een eindbod op tafel gelegd en kreeg daarbij de Tweede Kamer achter zich. Als de FNV daar maandag niet mee instemt, is wat de VVD-bewindsman betreft het pensioenakkoord van de baan. Dan valt hij terug op de „kale afspraak” in het regeerakkoord. Dat gaat niet verder dan dat de AOW-leeftijd in 2020 van 65 naar 66 jaar gaat en dat de aftrekbaarheid van de pensioenpremies wordt beperkt.

Liever ziet de minister dat de FNV instemt met het pensioenakkoord. Dan wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting en kan die in 2025 verder stijgen naar 67 jaar. De FNV is de enige die nog worstelt met het akkoord. De andere vakcentrales en de werkgevers hadden zich er al achter geschaard.

Binnen de FNV blijven de grootste bonden, Bondgenoten en Abvakabo, zich verzetten tegen het akkoord. Zij zeggen dat het aan hun „nee, tenzij” opstelling te danken is dat Kamp deze week nieuwe toezeggingen deed. Kamp liet daarop vrijdag weten niet bereid te zijn opnieuw concessies te doen.

Het was de grootste oppositiepartij, de PvdA, die eerder deze week de tegemoetkomingen aan de vakbeweging afdwong. Het gaat dan onder meer om de gevolgen voor mensen met lage inkomens en zware beroepen en om de verdeling van de risico’s van de fondsen tussen werkgevers en werknemers.

FNV-voorzitter Jongerius zegt dat alle bonden vonden dat er voor de laagste inkomens iets extra’s gedaan moest worden. Zij liet vrijdag weten dat de minister deze week daarover toezeggingen heeft gedaan. Maandag moet blijken of dat voldoende is voor de FNV-bonden, maar Abvakabo en Bondgenoten hebben al aangekondigd dwars te gaan liggen.

Jongerius gaat er nu vanuit dat de minister de bonden niet nog verder tegemoet komt. Abvakabo en Bondgenoten hebben binnen de federatieraad van de FNV samen geen meerderheid, maar als FNV Bouw zich zaterdag aan hun zijde schaart is die meerderheid er toch.