Miljoenennota: Turbotaal in een turbulente tijd
DEN HAAG – De Miljoenennota voor 2012 is geen vrolijk verhaal. Wel een reële schets van wat een overheid met een aanzienlijke schuld vermag. Mits het kabinet maar niet trapt in de val van de jaren 30.
De noodzaak van bezuinigen zal de Nederlander –hardwerkend of niet– wel onderschrijven. Feit blijft wel dat het kabinet nu niet bepaald een prettig moment gekozen heeft om een reep van 18 miljard euro weg te snijden uit het Nederlandse staatswaterhoofd.
Als uit de donderdag –op amateuristische wijze uitgelekte– rijksbegroting íéts blijkt, dan is het wel dat de vooruitzichten voor volgend jaar uiterst somber zijn. Als het een beetje meezit, perst de economie er een mager plusje uit van 1 procent: te laag om vrolijk van te worden, maar ook weer te hoog om tot wanhoop te vervallen.
Duidelijk is dat in ieder geval van de consument weinig verwacht hoeft te worden. Die krijgt volgend jaar –en dat is dan voor het eerst sinds de jaren 80– voor het derde jaar op rij een achteruitgang in koopkracht voor de kiezen.
De pijn in de portemonnee bedraagt gemiddeld 1 procent, hoofdzakelijk doordat de prijzen (inflatie) sneller stijgen dan de lonen. Daarmee raapt de Nederlander volgend jaar nog steeds de scherven die in 2008 en 2009 door het uitbreken van de mondiale kredietcrisis zijn ontstaan.
Dat dit een klap was die in de recente geschiedenis zijn weerga niet kent, blijkt nog eens duidelijk uit deze Miljoenennota: pas eind volgend jaar bereikt de Nederlandse economie weer het niveau van vóór de kredietcrisis. Een ongekende standstill van vier jaar, waarin de economie per saldo niet van zijn plek kwam, als ware Nederland een levend standbeeld.
Precies op het moment dat een beetje hulp van de staat nu weer welkom is, moet die het laten afweten. Dat komt vooral doordat de overheid, toen de crisis in 2009 haar hoogtepunt bereikte, als een stootkussen voor haar burgers is gaan liggen. Die leden daardoor weinig pijn. Sterker: de koopkracht steeg in dit absolute crisisjaar (waarin de economie kromp met 3,5 procent) zelfs met bijna 2 procent.
Gevolg was wel dat de staatsschuld ontplofte van 45 procent in 2009 naar 65 procent komend jaar. Het kabinet-Rutte ziet het daarom als zijn hoogste doel om de overheidsfinanciën weer recht te trekken.
„De buffers zijn op”, schrijft minister De Jager van Financiën beslist. „De rekening kan niet kosteloos blijven worden doorgeschoven naar toekomstige generaties.”
Er moet dus bezuinigd worden en dat het kabinet daarin „duidelijk en standvastig is”, spat af van de 353 pagina’s. Wij zullen het solide beeld dat de financiële wereld van ons heeft met hand en tand verdedigen; dat verhaal. Geen misverstand: „Het kabinet zal het regeerakkoord onverkort uitvoeren en de begrotingsregels handhaven.”
Het is turbotaal in een buitengewoon turbulente tijd. Voor het eerst in meer dan veertig jaar zullen de overheidsbestedingen de groei daarom komend jaar niet stuwen, maar drukken.
Dat zegt tegelijkertijd veel over het schatkistbestuur in het verleden. En laat dat dan meteen een schrale troost zijn: de groei die we gaan missen, hebben we in de achterliggende decennia, met dank aan de overheid, eigenlijk te veel gehad.
Lastig is wél dat gezonde overheidsfinanciën vrij moeilijk te realiseren zijn met een stagnerende en broze economie en uiterst instabiele financiële markten.
Nederland moet het de komende tijd meer dan ooit hebben van zijn open economie, maar meer dan ooit staan de seinen voor de mondiale economie op rood door de schuldencrisis in Europa. Daarom geldt voor volgend jaar bij alle voorgespiegelde cijfers óók meer dan ooit: alles onder voorbehoud.
Als Griekenland tuimelt, leningen niet meer terugkomen en een keten van negativisme een domino-effect in gang zet, verandert de stand van zaken onmiddellijk. Wil het kabinet dan zijn eigen strikte begrotingsregels nog nakomen, dan zal er voor miljarden extra moeten worden bezuinigd, zo becijfert het Centraal Planbureau (CPB) in de Macro-economische Verkenning (MEV), die jaarlijks aan de Miljoenennota zit vastgeniet.
En dat zal niet alleen economisch gezien tot reuring leiden, maar ook politiek. Immers, PVV-leider en gedoger Wilders zal er niet over peinzen om Henk en Ingrid opnieuw met bezuinigingen te tarten vanwege ‘Athene’. „Had maar naar ons geluisterd”, zal zijn mantra zijn, „dan waren we nooit aan het redden van die Grieken begonnen.”
Gevaarlijk is ook dat het kabinet gedwongen zou kunnen worden, midden in een crisis extra te saneren, terwijl ook een groot deel van de 18 miljard aan bezuinigingen die reeds gepland waren, komend jaar zijn weerslag krijgt.
Door in het economisch slech- te tij van 2009 juist niet te be- zuinigen, ving de overheid de klappen van de vorige crisis op, waardoor de schade (onder meer op de arbeidsmarkt) beperkt bleef. Door volgend jaar vast te houden aan alle geplande en mogelijk zelfs extra bezuinigin- gen, maakt de overheid de klap bij een nieuwe crisis spiegelbeeldig juist een tikkeltje zwaarder.
Het CPB merkt daarom bij de overheidsplannen subtiel op dat de Grote Depressie van de jaren dertig heeft geleerd dat in crisistijd op de rem trappen de pijn niet alleen heviger maakt, maar hij ook langer aanhoudt.
Het planbureau bepleit in zo’n situatie –naast extra stimuleringsuitgaven– voor maatregelen die de overheidsfinanciën juist op de langere termijn verbeteren, zonder op korte termijn de economie te traineren, zoals hervorming van de arbeidsmarkt, het pensioenstelsel, de zorg en de hypotheekrenteaftrek.
Naast de onlangs door premier Rutte uitgesproken wens om „de staatsschuld te killen”, zou het kabinet daarmee meteen invulling kunnen geven aan het tweede hoofddoel uit de Miljoenennota: het bevorderen van het groeivermogen van de Nederlandse economie.