De economie in 2012: alles onder voorbehoud
DEN HAAG – Het Centraal Planbureau rekent niet op een crisis, maar houdt er wel rekening mee. Misschien wel meer dan ooit geldt voor volgend jaar: alles onder voorbehoud.
Nee, florissant is het beeld bepaald niet dat het CPB schetst in de Macro Economische Verkenning (MEV) voor volgend jaar.
Uit het stuk, dat de economische voorspellingen bevat waarop het kabinet zijn begroting baseert, ontwikkelt zo ongeveer álles zich in 2012 slechter dan in juni was verwacht.
De wereldhandel (van 6 naar 3,5 procent), de Nederlandse economische groei (van 1,75 naar 1 procent), de bestedingen van consumenten (van 0,5 naar 0,25 procent), het begrotingstekort (van -2,2 naar -2,9 procent), de werkloosheid (van 4 naar 4,25 procent); op alle terreinen is het even slikken in het nieuwe jaar.
Enige ‘lichtpuntje’ is, wellicht verbazingwekkend, de koopkracht. Want hoewel die voor het gemiddelde huishouden volgend jaar terugzakt met 1 procent, stond er enkele maanden geleden nog een min van 1,25 procent in de CPB-boeken.
Maar er zit dit jaar een nare bijsluiter bij het epistel van het CPB. Misschien wel meer dan ooit geldt voor komend jaar: alles onder voorbehoud.
De kans op een negatievere uitkomst is volgens het planbureau namelijk „aanzienlijk.” Niet zonder reden gaven de rekenmeesters van het kabinet aan de schriftelijke neerslag van hun glazen bol de titel mee: ”Vooruitzichten ongewis”.
De onrust op de financiële markten, als gevolg van de schuldencrisis in Europa en de VS, kan roet in het eten gooien van de Nederlandse economie. En om niet opnieuw het verwijt ”waarom hebben jullie niet gewaarschuwd” te krijgen, heeft het CPB in de MEV een crisisvariant opgenomen die aangeeft wat de gevolgen van een nieuwe economische opdoffer kúnnen zijn.
Bij de vorige crisis zat het CPB er namelijk ietsiepietsie naast. Op Prinsjesdag 2008, één dag nadat het faillissement van de Amerikaanse bank Lehman Brothers de wereldeconomie in z’n achteruit zette, voorspelde het planbureau een groei van 1,25 procent. In een onzekerheidsvariant werd aangegeven dat, met een beetje pech, die groei kon terug vallen tot 0,75 procent. De rest is geschiedenis: het werd een krimp van 3,5 procent; de grootste economische krimp van na de Tweede Wereldoorlog.
In de jongste MEV berekent het CPB wat er zou gebeuren wanneer de voor Nederland relevante wereldhandel dit en volgend jaar gemiddeld genomen tot stilstand komt. Nu de kans bestaat op een plotseling omvallen van Griekenland (al komt het gevaar volgens het planbureau „uit verschillende hoeken”), geen wereldvreemde gedachte.
De gevolgen zijn dan niet mals: gezinnen worden geconfronteerd met buitelende aandelenkoersen (min 15 procent) en lagere huizenprijzen (min 4,5 procent) en in plaats van te groeien met 1 procent, krimpt de economie met 1,4 procent. Het begrotingstekort schiet door de eurobarrière van 3 procent en noteert 4,2 procent. Wil het kabinet aan zijn eigen strenge begrotingsregels voldoen, dan resteert niets anders dan zo’n 5 miljard extra te bezuinigen, boven op de 18 miljard die voor deze kabinetsperiode al was ingepland. Maar, tekent het CPB aan, zelfs dit „zwarte scenario” kan achteraf „te rooskleurig” zijn.
Terug naar de realiteit. Althans, naar wat voor het CPB volgend jaar het meest waarschijnlijk is. Doordat het kabinet bezuinigt en de lasten verzwaart (de collectieve lastendruk stijgt van 38,8 in 2010 tot 39,2 procent in 2012), neemt het overheidstekort –ondanks de lagere groei– volgend jaar flink af. Het tekort daalt van 5,1 procent in 2009, naar 2,9 procent. En daarmee ligt het tekort voor het eerst sinds 2008 weer onder het Brusselse plafond van 3 procent van het bruto binnenlands product.
Resteert nog één punt. De Jager zei deze week dat hij nog altijd verwacht dat de Grieken de leningen uit Nederland volledig zullen terugbetalen, inclusief de rente. Zolang dat goed gaat, heeft de Europese schuldencrisis volgens het CPB „geen merkbare directe invloed” op het overheidstekort. Maar ook hier geldt: alles onder voorbehoud.