De status van Rubens stijgt echter ver boven die van Rembrandt uit, stelde conservator Ben van Beneden van het Rubenshuis in Antwerpen donderdag. „Rubens had opdrachtgevers bij hoven, de adel en gefortuneerde collectioneurs in heel Europa. Rembrandt werkte vooral voor de lokale markt.”

Ook intellectueel kon Rembrandt volgens Van Beneden niet aan zijn Vlaamse collega tippen. „Rubens behoorde tot de meest gecultiveerde mannen van Europa.” Het Amsterdamse museum noemt hem de meest getalenteerde Zuid-Nederlandse schilder van de 17e eeuw.

De werken in de Hermitage zijn 6 maanden uitgeleend door het moedermuseum in het Russische Sint Petersburg. Tsarina Catharina de Grote en haar familieleden verzamelden veel West-Europese meesterwerken, waaronder ook Vlaamse kunst. Door die verzameldrift stijgt de kwaliteit van de collectie in de Russische Hermitage volgens Van Beneden „met kop en schouders” uit boven de circa 50 werken van Rubens die in België zelf te zien zijn.

Rubens en andere bekende Vlaamse schilders als Anthonie van Dyck, Jacob Jordaens en Frans Snijders werkten in de 17e eeuw vanuit Antwerpen, dat in die tijd een grote economische groei doormaakte en gold als een van de belangrijkste kunststeden van Europa. De Hermitage Amsterdam toont een overzicht van 75 schilderijen en 20 tekeningen van de Vlaamse meesters, variërend van landschappen en portretten tot stillevens en religieuze werken.

Blikvanger is het schilderij De vereniging van Aarde en Water, dat Rubens samen met Snijders maakte. De twee afgebeelde personen symboliseren de verbintenis van de stad Antwerpen met de rivier de Schelde.