Bosatlas van klimaat: warmer en meer regen
Zou het echt warmer worden in Nederland? Het is nog amper kampeerweer geweest dit jaar. Sinds 1906 was het zelfs de natste zomer. De nieuwe ”Bosatlas van het klimaat” die het KNMI vorige maand presenteerde, toont echter klip-en-klaar dat Nederland intussen wel degelijk warmer wordt.
Meten is weten. „Met die slogan van onze oprichter Buijs Ballot in het achterhoofd hebben we ook deze klimaatatlas opgesteld”, verklaard Rob Sluijter, projectleider van de ”Bosatlas van het klimaat” bij het KNMI. „We hebben ons alleen gebaseerd op cijfers.”
Uit die metingen blijkt dat het in de periode 1981 tot 2010 18 procent natter is geworden ten opzichte van de periode 1951 tot 1980. „Op school leerde ik dat er in Nederland jaarlijks gemiddeld 750 millimeter neerslag viel. Dat is inmiddels opgelopen tot ruim 850 millimeter. Ook zijn de buien in algemeen heftiger. Vooral de warmere Noordzee is daar debet aan.”
Daarnaast is het duidelijk warmer geworden. Sluijter pakt de gloednieuwe klimaatatlas erbij en bladert naar een grafiek die zijn betoog moet ondersteunen. „De periode 1961-1990 laat een gemiddelde temperatuur zien van 9,4 graden Celsius, terwijl het gemiddelde over 1981-2010 10,1 graden Celsius is. Dit zijn feiten die klimaatsceptici ook bevestigen.”
De opwarming van Nederland is eveneens aan allerlei afgeleide gegevens te zien. De projectleider wijst op het langere groeiseizoen. „De eerste dag dat het 20 graden is in Nederland is inmiddels twee weken eerder dan in 1983; het appelras golden delicious bloeide de afgelopen twintig jaar tien dagen eerder dan in de periode daarvoor; er wordt minder gestookt, maar wel meer gekoeld.”
In de klimaatcontroverse hebben de samenstellers van de klimaatatlas zich volgens hem niet gemengd. „We doen er dus geen uitspraak over hoe groot de invloed van de mens op de klimaatverandering is.”
Niettemin gaat de atlas in hoofdstuk 7 wel in op de klimaatverandering door het versterkte broeikaseffect.
Sluijter glimlacht. „We hebben geprobeerd alle factoren in kaart te brengen die van invloed zijn op de klimaatverandering. Je kunt denken aan de natuurlijke componenten zon, El Niño en vulkaanuitbarstingen, maar ook aan de uitstoot van CO2 door de mens. Sinds 1950 warmt Europa bijvoorbeeld twee keer zo snel op als de rest van de wereld. Dat kunnen we alleen verklaren als we de mens als factor meenemen in onze berekeningen.”
Toch merkten de Nederlanders er deze en vorige zomer niet veel van. Het regende veel en het was te koud.
„Mensen halen weer en klimaat vaak door elkaar. Het weer is elke dag anders, maar het klimaat gaat over de gemiddelde temperatuur, neerslag en noem maar op over een periode van dertig jaar.”
Waarom dertig jaar?
„Dat is ooit zo afgesproken binnen de World Meteorological Organisation, een onderdeel van de Verenigde Naties. Het KNMI is daar ook bij aangesloten. Nederland heeft net als veel andere landen wereldwijd de zogeheten WMO-plicht om elke tien jaar een klimaatatlas uit te brengen.”
Dit is de eerste klimaatatlas waar brede belangstelling voor bestaat. Hoe komt dat?
„Vorige edities waren niet echt toegankelijk voor de gemiddelde Nederlander. Ze verschenen bij de Staatsuitgeverij. Alleen hoogopgeleide mensen en milieuclubs konden ermee uit de voeten.”
En deze?
„Voor deze klimaatatlas hebben we uitgeverij Noordhoff in de arm genomen, bekend van onder meer de Bosatlas. We mikken op de man in de straat en op het onderwijs. Deze editie is zo toegankelijk dat zij zich ook kunnen mengen in de klimaatdiscussie met feiten die ze zelf begrijpen.”
Wat is de belangrijkste boodschap die het KNMI met deze atlas wil uitdragen?
„Dat we de burger serieus nemen en hem de meetgegevens die met zijn belastinggeld zijn betaald, kunnen teruggeven.”
Een charmeoffensief na al de ophef over het klimaatonderzoek sinds 2009?
„Zo zou je dat kunnen zien, ja.”
Vellinga: Stap over op klimaatneutrale energieopwekking
Klimaatdeskundige Pier Vellinga, hoogleraar aan Wageningen Universiteit, pleit in zijn boek ”Hoezo klimaatverandering?” (ISBN 9789460033032) voor investeringen in duurzame technologie. Het is volgens hem zeer waarschijnlijk dat de mens grote invloed heeft op de klimaatverandering, al is een direct bewijs daarvoor „niet te leveren.”
De hoogleraar merkt op dat berekeningen van het IPCC uit 1990 zijn uitgekomen. Dat klimaatpanel voorspelde een stijging van 0,15 tot 0,2 graden Celsius per tien jaar. „We zijn nu twintig jaar verder; de aarde zou dus 0,3 tot 0,4 graden warmer moeten zijn.” En dat klopt, aldus Vellinga.
Milieugroeperingen en ecologisten roepen vervolgens dat de zeespiegel met vele meters zal stijgen. Onzin, reageert de klimaatprof nuchter. „Die stijging zal de komende 30 tot 50 jaar beperkt blijven tot 15 à 35 centimeter.” Bovendien zou de menselijke beschaving ernstig bedreigd worden in haar voortbestaan. „Die boodschap gaat er in bepaalde kringen goed in, maar mist alle grond”, stelt Vellinga.
Hoe moet de wereld nu omgaan met de klimaatverandering? De hoogleraar pleit voor een overstap naar klimaatneutrale energieopwekking met zonnecellen en windmolens. Die brengt volgens zijn berekeningen de economie niet in gevaar.
Klaus: Ecologisme, de machtigste religie in de westerse wereld
Waarom zouden winstgevende activiteiten moeten worden ingewisseld voor verliesgevende ‘groene’; vrijheid voor dwang? Alleen om een aantal „ongefundeerde beweringen” over de invloed van de mens op het klimaat? De Tsjechische president Vaclav Klaus staat er huiverig tegenover.
De president, die het communisme aan den lijve heeft ervaren, ziet dezelfde totalitaire trekken bij het militante ecologisme, zo schrijft hij in zijn boek ”Blauwe planeet (niet groen)” (ISBN 9789059118645). Dat is volgens hem een ideologie die het heil van de natuur en de aarde predikt, „een van de machtigste religies in de westerse wereld.”
Dat ecologisch fundamentalisme misbruikt milieuthema’s en zet een vrije samenleving ondemocratisch onder druk, stelt Klaus. Zoals eens het communisme, streeft ook het ecologisme naar een centrale planning van de samenleving, maar dan onder leiding van de VN. Met desastreuze gevolgen voor de economie, verwacht Klaus, die overigens beslist geen tegenstander is van een zorgvuldige omgang met het milieu.
Klaus hoopt dat de realiteitszin in de klimaatdiscussie terugkeert. „Ik heb redelijk goede hoop dat de wereldbevolking in de gaten zal krijgen dat het hier om een grote poppenkast gaat en politici zal aanspreken op hun enorme groene verspilling.”