Rapport: geef ouders spreekrecht in zedenzaak
AMSTERDAM – De ouders van de slachtoffertjes in de Amsterdamse zedenzaak rond Robert M. moeten tijdens het proces spreekrecht krijgen. Krijgen zij dat niet, dan worden de zeer jonge slachtoffers in feite monddood gemaakt.
Dat schrijft kinderrechtenorganisatie Defence for Children/Ecpat in een rapportage die woensdag aan het dossier van de zedenzaak is toegevoegd.
De rechten van de ouders zijn door de praktijken van hoofdverdachte Robert M. en zijn medeverdachten geschonden en hun is pijn en leed berokkend, aldus de organisatie.
De rapportage is opgemaakt op verzoek van advocaat Richard Korver, die een grote groep bij de zaak betrokken ouders bijstaat. Korver heeft zich er van meet af aan voor beijverd dat zij in de rechtszaal het woord kunnen voeren. De advocaten van Robert M. zijn daar tegen, omdat de wet dit niet zou toestaan.
Volgens rapporteur J. van der Kooi is het niet de bedoeling van de wetgever geweest om wettelijke vertegenwoordigers van minderjarigen die zelf het spreekrecht niet kunnen uitoefenen, uit te sluiten.
Ook hoogleraar forensische psychologie Corine de Ruiter rapporteerde op verzoek van raadsman Korver. Volgens de huidige stand van de wetenschap kan het uitoefenen van het spreekrecht slachtoffers van misdrijven helpen bij de verwerking van hun ervaringen, aldus De Ruiter.
In de Amsterdamse zedenzaak is ook het fenomeen misbruik voor de webcam tweemaal boven komen drijven. Het is een betrekkelijk nieuwe en relatief onbekende vorm van seksuele exploitatie van kinderen.
Robert M., hoofdverdachte in de Amsterdamse zedenzaak, zou via de webcam hebben meegekeken hoe een kind werd misbruikt. Daar zou hij enkele tientjes voor hebben betaald. Het misbruik had plaats in Azië. Dat liet een woordvoerder van justitie gisteren weten.
Deze verdenkingen doen denken aan die tegen een andere verdachte in de misbruikzaak: Flóvin O. (37) uit Amstelveen. Hij zou een vrouw in de Filipijnen tegen betaling seksuele handelingen hebben laten verrichten bij twee kinderen jonger dan 4 jaar terwijl hij via de webcam toekeek.
Op welke schaal dit verschijnsel zich voordoet, is vooralsnog onduidelijk, aldus kinderrechtenorganisatie Defence for Children/Ecpat. „Daar hebben we op dit moment geen idee van, uiteraard omdat het zich per definitie in het verborgene afspeelt”, legt woordvoerder Theo Noten uit.
Het onderzoek in de Amsterdamse zedenzaak nadert zijn einde. Het openbaar ministerie denkt eind oktober een compleet einddossier in de zaken tegen de belangrijkste verdachten, Robert M. en zijn partner Richard van O., te kunnen afleveren.