De circa 20.000 doden en vermisten werden in stilte herdacht in steden en dorpen langs de verwoeste kust. Bijvoorbeeld in de stad Minamisanriku, waar 900 doden vielen, kwamen mensen zwartgekleed bijeen in een sportzaal. „Het moeilijkste was dat ik mijn baan verloor en dat het moeilijk is voor mijn kinderen te zorgen”, vertelt Takahiro Murakama (35). „De grootste schok was om mijn stad te zien verdwijnen.”

De kust is nog steeds een puinhoop, vol met ingestorte huizen, kapotte auto’s en dergelijke. Circa 23 miljard kilo puin en vuil moet nog worden opgeruimd. 4100 mensen zijn nog vermist.De tsunami leidde tot een kernramp in Fukushima.

In de hoofdstad Tokio waren betogingen tegen kernenergie. Zo’n 1000 mensen liepen een optocht met spandoeken. Circa 1300 mensen vormden een kring rond het ministerie van Economische Zaken, dat ook verantwoordelijk is voor de kerncentrales.

Zaterdag moest de pasbenoemde minister Yoshio Hachiro ontslag nemen, wegens ongepaste opmerkingen over de kernramp. Bij een bezoek aan de kapotte centrale zei hij lachend tegen een journalist dat hij wat straling zou overdragen. Hij noemde de stad Fukushima bovendien een stad des doods; de tienduizenden geëvacueerde mensen die nog wachten op terugkeer, stelden dat niet op prijs.

Premier Yoshihiko Noda bezocht zaterdag de getroffen provincies Miyagi en Iwate, voor het eerst sinds hij vorige maand aantrad. Zijn voorganger Naoto Kan moest aftreden omdat hij te laks zou hebben gereageerd op de ramp.

Het herbouwen van de getroffen gebieden kost naar schatting honderden miljarden euro’s. Herstel kan tot 10 jaar duren.