Verslag: Mirakel Guillou terug in Rotterdamse Laurenskerk
ROTTERDAM – Fans, ticketbureaus en wederverkopers presenteerden op internet een compleet aanbod aan restkaarten voor het concert van Jean Guillou op vrijdagavond 9 september in de Laurenskerk te Rotterdam, dat volgens hen een spetterende show beloofde te worden. „Minimaal 50 bezoekers voor een toegangsprijs van 25 euro”, luidde een reactie op de website. Toch waren er 250 bezoekers op de 81-jarige organist van de Parijse St. Eustache afgekomen.
Orgelfreaks hadden verlekkerd uitgezien naar zijn rentree in april dit jaar. Maar de legendarische orgelvirtuoos brak zijn arm. Met een arm in het gips is het moeilijk orgeltoetsen beroeren. Maar een paar maanden later is het mirakel Guillou er dan toch. En hoe!
Niet als begin jaren tachtig van de vorige eeuw, toen een stampvolle Laurenskerk zat te wachten op de eerste orgelklanken. Het duurde en duurde. Totdat hij, gehuld in een suède jack met bontkraag via de zijdeur de kerk inkwam en met een staande ovatie werd begroet. Echt een heer, een aristocraat, een beetje schuchter, een aimabel en kwiek, klein mannetje dat zich het aanzien als ”meester” zichtbaar liet welgevallen. Typisch een maestro met een flinke portie sterallures.
Zonder arm in het gips was de orgelvirtuoos na vijf jaar vrijdagavond eindelijk terug in Rotterdam. Hij liet zich pas na het concert zien. Zijn verrichtingen aan de klavieren waren wel via een videoscherm te volgen.
Het is niet eenvoudig om de muzikale kwaliteiten van Guillou te typeren. Hij geeft een geheel eigen invulling aan het orgel als bij uitstek symfonisch en niet religieus instrument. Bovendien is het voor hem een theatraal instrument. Guillou staat bekend om zijn eigenzinnige, grillige vertolkingen. Dat was ook nu het geval. Van Bachs Preludium en Fuga in D (BWV 532) maakte hij een wervelende show van toccatamotieven; de fuga werd een speeltje van motieven die op wisselende klavieren en in een baaierd van klankkleuren in een ijltempo de Laurens vulden. Je kunt van mening verschillen over de vraag of Bach dit zo bedoeld heeft. Zoals Guillou dit weergeeft, is het in elk geval doordacht en intelligent. Guillou ten voeten uit. Een acrobaat met een fabelachtige techniek.
”Éloge” opus 52, geschreven in 1994 als verplicht werk tijdens het eerste grote concours in Parijs van 1995, is onmiskenbaar een Guilloucompositie. Het is een waar loflied op het orgel, waarin het instrument al zijn facetten toont in een overweldigend en virtuoos theaterstuk van een oneindige variëteit in klank en beweging. Ook hiervan maakte Guillou een wervelend spektakel.
De ”Vier Skizzen für Pedalflügel”, in 1845 door Robert Schumann gecomponeerd, transcribeerde Guillou voor orgel. Wat kan dat kleine mannetje uit Parijs adembenemend toveren met kleuren.
Voor de pauze improviseerde Guillou op een thema dat Laurensorganist Hayo Boerema hem ter plekke overhandigde. Het thema bestond uit twee delen: een door Boerema zelf bedacht motief en de melodie ”“Slaat op den trommele van dirredomdeine” uit het Geuzenliedboek. Guillou staat bekend als een groot improvisator. Ook nu liet hij zijn fantasie, geïnspireerd door het Laurensorgel, de vrije loop. Op een ongelooflijk knappe manier goochelde hij met de thema’s. Guillou roemde de imposante creatie van Marcussen omdat die zo soepel speelt. „Ik wilde dit orgel wel in mijn St. Eustache hebben”, liet hij zich ontvallen. Het is bekend dat Guillou niet zo ingenomen is met de techniek van de geëlektrificeerde speeltafel in zijn kathedraal. Die zou vele haperingen vertonen.
Na de pauze toonde Guillou zijn ongekende grandeur in een van de grootste orgelwerken, de Fantasie en Fuga over het koraal ”Ad nos, ad salutarem undam” van Franz Liszt. De basis van dit werk is een van de meest spectaculaire opera’s van Meyerbeer: ”Le prophète”, waaruit Liszt een religieuze scène nam. De melodie, verwant aan ”Wie maar den goede God laat zorgen”, verwerkte Liszt op een grootse en symfonische wijze in een op klassieke leest geschoeide fantasie, adagio en fuga.
In een onwaarschijnlijk hoog tempo vulde dat kolossale werk de gewelven van de Laurenskerk. Guillou liet zien dat hij een ware klavierleeuw is. Wel moet gezegd worden dat deze supervirtuoze en met de nodige show gebrachte uitvoering van de kolos van Liszt een beetje ten koste gaat van de warme muzikaliteit die dit werk ook in zich heeft.
Maar bij het daverend slotakkoord, waarin de forse 32-voeten van de orgelreus de ruimte vullen, lopen de rillingen wel over je rug.
Dan daalt de maestro de orgeltrap af en wordt overladen met applaus.
Er volgt een toegift: Synfonia uit Cantate 29 (”Wir dank dir, Gott, wir danken dir”), voor orgel bewerkt door Marcel Dupré. Bach, via Dupré en Guillou. Een spetterende, virtuoze show.
Ook bij dit concert in de Laurenskerk geweest? Plaats onder aan dit artikel een reactie.
In 1972 deed Jean Guillou zijn intree in Nederland. In het Concertgebouw te Amsterdam speelde hij in de serie ”Meesters van het Orgel”. Toen en de jaren daarna volgden opeengepakte scharen onthutst de verrichtingen van de maestro. „Fameus”, riep de een, „verbijsterend” vond een ander. Een derde wendde zich vol walging van hem af: „Dit is ergerlijk, bizar, bedroevend.” Zo was de een gegrepen door zijn technisch vernuft en de grensverleggende manier waarop hij het orgel benaderde, de ander gruwde van de vrijheid waarmee hij composities van oude meesters te lijf ging, aldus een portret van het fenomeen in deze krant.
Jean Guillou kwam in 1978 opnieuw naar Nederland. ”Frontpaginanieuws voor alle orgelvrienden”, kopte de folder. „Een belevenis van de hoogste orde. Wie hem één keer heeft meegemaakt vergeet het nooit meer.”
Guillou heeft goede herinneringen aan het Nederlandse concertpubliek, liet hij na afloop van het kerstconcert in de Haarlemse Bavo in 1979 weten.
In de jaren die volgden trok hij regelmatig zijn Parijse schoenen aan om een Hollands orgel te beroeren.
Het interpretatieconcert samen met Bram Beekman en Ewald Kooiman in november 1993 was een van de hoogtepunten van het zogenaamde Lees & Luister Festival ter gelegenheid van het 25-jarige vakjubileum van Lindenberg Boeken & Muziek.
In 2000 is de fijngebouwde Fransman weer voor een serie concerten in Nederland. In Rotterdam is hij te gast in de serie ”Meester-organisten op het grote Doelenorgel”.
Op 27 januari 2006 haalt de Stichting Vox Humana hem naar de Grote Kerk van Maassluis om de 250e geboortedag van Wolfgang Amadeus Mozart te gedenken met een programma ”Mostly Mozart”. In dezelfde periode is hij ook in de Rotterdamse Laurenskerk.
Het Orgelpark in Amsterdam houdt in november 2008 een bescheiden Guilloufestival. De ”éminence grise” geeft een meestercursus en twee concerten. Op 18 september 2009 speelt Guillou een Bachprogramma in de Westerkerk te Amsterdam.