Leren van de heiligingsbeweging
Misschien is er op de theologie van Andrew Murray het een en ander aan te merken, het lezen van zijn geschriften kan evenwel tot grote zegen zijn, reageert H. de Kruijf op dr. P. de Vries (RD 2-9).
Ik stem van harte in met dr. De Vries dat de verwondering om wat God in Christus aan zondaren geeft, ootmoedig en blij maakt. Dat niet alleen, het doet mij ook in de moeilijkste omstandigheden vertrouwen op Wie de Heere Jezus voor mij is. Niet alleen voor de vergeving van mijn zonden, maar ook voor de reiniging ervan en de heiliging van mijn leven.
Juist dat laatste is meer verdiept en gegrond op de Schriften door het lezen van de werken van Andrew Murray, ondanks de kanttekeningen die anderen al dan niet terecht menen te moeten plaatsen. Deze man was voor mij werkelijk een lichtend voorbeeld om meer en meer te wortelen in Christus’ liefde. Hij heeft mij er op gewezen dat de overwinning die we in Christus hebben, ook gestalte kan krijgen in mijn leven elke dag. Dat bedoelt de Bijbel als ze ons oproept tot strijd tegen de zonde. Gelijk gij dan Christus Jezus, den Heere, hebt aangenomen, wandelt alzo in Hem (Kol 2:6).
Murray doet niet anders dan de Schriften openen bij de beloften over Wie Christus voor ons wil zijn. Hij wijst alleen maar naar Christus, om meer van Hem te verwachten. Hij spreekt inderdaad over de eis van volkomen overgave. Maar niet om daaraan dwangmatig rechten te ontlenen. Nee, juist om ons af te brengen van al ons eigen werken en streven uit het vlees.
In de praktijk van het leven van menig christen is het zo gegaan dat ze in hun leven met de Heere bepaalde ervaringen ontvingen, die ze pas daarna, tot hun verwondering, verwoord en bevestigd vonden in de Bijbel. Zo is het ook gegaan bij de mannen van de zogenaamde heiligingsbeweging. Hun ervaring van overgebleven zondigheid na ontvangen genade bracht hen tot onderzoek van de Bijbel en tot gebed om meer van Christus te leren kennen. Om meer op Hem te mogen lijken. Dit gebed bracht vaak opwekkingen en bijzondere ervaringen van de nabijheid van Christus en daaruit voortvloeiend een meer toegewijd heilig leven. Wie er meer van wil weten, leze het boekje van ds D. G. Molenaar: ”De doop met de Heilige Geest”. Het staat vol met getuigenissen daarvan, ook uit kerken met een gereformeerde belijdenis.
Tot slot wil ik de raad doorgeven die dr. D. Martyn Lloyd-Jones geeft in zijn boek: ”God de Heilige Geest”. Hij schrijft: „Ik heb al vaker gezegd dat ik heel veel aan John Wesley te danken heb en dat geldt zelfs voor zijn heiligheidsleer. Het is duidelijk dat ik daarin niet helemaal meega, en op sommige punten sloeg hij naar mijn mening de plank volledig mis. Toch besteed ik een groot deel van mijn tijd aan het lezen van boeken over de heiligmaking en de heiligheid, geschreven door (…) perfectionisten. En tot mijn vreugde kan ik getuigen van de glorie van God: hoewel ik de kern van hun leer niet geloof en zelfs moet verwerpen, verwarmen die boeken mijn hart en ze bespoedigen en stimuleren het proces van heiligmaking in mij. Daarom dank ik God voor hen. Laten we deze boeken waarin de Schrift wordt uitgelegd dus lezen. Laten we daarbij teruggaan naar de Bijbel. Laten we ze onderzoeken zo koelbloedig als we kunnen, en proberen de waarheid over deze zaak te ontdekken. Als we dat op die manier met elkaar doen, zal dat voor onze ziel een zegen en een verrijking zijn.” Dit citaat verwoordt treffend mijn ervaring. Ik wil ieder ertoe opwekken deze raad op te volgen.
De auteur woont in Lelystad.