„Laat kerk optreden vanuit gastvrije orthodoxie”
UTRECHT – Een belijden door de kerk zonder „vaagheid”, investeren in geloofsoverdracht en omzien naar mensen in nood, zijn voor bisschop G. J. N. de Korte topprioriteiten voor de kerk in deze tijd. Dat zei hij tijdens de opening van het academisch jaar in Utrecht van de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). „Ik pleit voor geloofsgemeenschappen die worden gekenmerkt door een gastvrije orthodoxie.”
Het pleit lijkt voor de kerk beslecht te zijn, aldus bisschop De Korte van het bisdom Groningen-Leeuwarden. De overdracht van het geloof op de volgende generatie stokt. De „twee volkskerken, de Protestantse Kerk in Nederland en de Rooms-Katholieke Kerk” worden geconfronteerd met marginalisering, verkleining en vergrijzing. Tot 2020 sluiten moeten beide kerkgenootschappen duizend kerkgebouwen sluiten. Dat zijn twee kerken per week, becijfert De Korte.
De marginalisering van de kerk is een proces geweest waarbij vanaf de Verlichting de eerste wissels omgingen, aldus De Korte. De natuurwetenschap ging daarin mee. Door globalisering en kennisneming van andere godsdiensten ontstond relativering van het christelijk geloof. Filosofie en psychologie propageerden een God als projectie. Ook het bestaan van het kwaad is een „aanvechting” voor het geloof.
De kerk is geen willoos slachtoffer geweest, gaat de bisschop verder. Hij wijst op de secularisatie in de kerk. De bisschop lijkt zijn protestantse collega’s te kennen. Ds. G. de Fijter sprak ooit over het Bijbels analfabetisme, en Miskotte sprak over de „biddeloosheid van onze cultuur.” Ook Noordmans, drs. W. Dekker en prof. S. Paas worden genoemd.
Missionair elan
Volgens De Korte herkennen veel kerkmensen zich in de discipelen op het meer van Genezareth. „In die situatie is het goed te luisteren naar de oproep van de Heer om niet bang te zijn. En ook: „Kleingelovige, waarom heb je getwijfeld?” Ons geldt de belofte dat Christus ons nabij is en onze hand stevig vastgrijpt, juist als wij ons bedreigd voelen. Die belofte kan helpen tot nuchtere volharding.”
De afkalvende positie van de kerk en de ingrijpende kerksluitingen demotiveren kerkleden. Kerkelijke leiders mogen aan deze „lethargie en onverschilligheid” niet toegeven, aldus De Korte. „Krimpbegeleiding moet, hoe paradoxaal het ook klinkt, samengaan met het wekken van een nieuw missionair elan.”
Ook oecumenische samenwerking acht De Korte van belang, „ook als wij allerlei theologische en nestgeurverschillen niet willen verdonkeremanen. Gevestigde kerken en nieuwe christelijke geloofsgemeenschappen zoals migrantenkerken hebben elkaar ontzettend hard nodig. Het gaat immers om niets minder dan om de voortgang van het Evangelie in onze cultuur.”
Klippen
De Korte waarschuwt voor de klippen van aanpassing en isolement, waarop de kerk stuk zal lopen. „Een aanpassing aan de dominante cultuur maakt de christelijk gemeenschap onzichtbaar en betekenisloos. Wie met de tijdgeest trouwt, is snel weduwnaar, luidt een uitdrukking.”
Isolement definieert de bisschop als „het streven naar een afgezonderde heilige rest.” Dat zet volgens hem geen zoden aan de dijk. „Een strenge, juridisch rechtzinnigheid met een veelheid van geboden en verboden vormt de dood in de pot. Het christelijk geloof wordt dan al snel steriel. Onbeduidende folklore voor een kleine schare liefhebbers.”
Een bevaarbare weg tussen de klippen is volgens de bisschop het „stevig bewaken van onze identiteit en tegelijkertijd open en uitnodigend zijn.” Hij spreekt van een „gastvrije orthodoxie”.
Corebusiness van de kerk
Christelijke orthodoxie bestaat volgens de bisschop uit het teruggaan naar de Schrift, de traditie der eeuwen en uit lofprijzing. „Lofprijzing is een zaak van hoofd, hart en handen. Het gaat om de lofprijzing van God door gebed en liturgie. Een lofprijzing van God door belijden. En, niet in de laatste plaats, door concreet handelen.”
Orthodoxie is ook het belijden van de „drieëne God”, de „God van schepping en verbond” en de „menswording van God in Jezus Christus”. „Wij stuiten hier op het unieke van het christelijk Godsbesef. Een God die naar ons toe komt, Die ons bemint tot op het kruis. Een God die solidair is in onze schuld, ons lijden, onze doodsangst en onze dood. Gods genezende en verzoenende liefde in Christus mogen wij beantwoorden met wederliefde. De corebusiness van de kerk vormt het leven in vriendschap met deze God.”
Ook is de kerk geroepen om meer te investeren in „doorlopende catechese en geloofscommunicatie. Alleen zo kunnen wij verdere geloofsverdamping tegen gaan en geloofsverdieping realiseren.”
Prof. dr. H. van der Sar, voorzitter van het college van bestuur van de PThU, sprak in zijn openingswoord de hoop uit dat veel studenten zich zullen aanmelden voor een studie bij de PThU. „Willen we slagen in Amsterdam en Groningen, dan hebben we daarvoor voldoende studenten nodig. Niet alleen voldoende, maar ook jonge studenten.” De PThU telt nu ongeveer 340 studenten, aldus Van der Sar.
De voorzitter opende het nieuwe collegejaar met een overdenking.