Kamer: Geen controles op versterven
De meerderheid van de Tweede Kamer voelt niets voor controles op artsen die terminale patiënten water en voedsel onthouden om het stervensproces te versnellen. De christelijke fracties stellen een debat hierover op prijs, de overigen niet.
De voorzitter van het college van procureurs-generaal, De Wijkerslooth, stelde donderdag voor om het laten versterven van patiënten als een vorm van euthanasie te beschouwen. Daardoor wordt het handelen van artsen toetsbaar en indien nodig strafbaar. Versterven valt momenteel niet onder de euthanasiewet.
Jaarlijks sterven er naar schatting tussen de 6000 en 14.000 mensen aan terminale sedatie, de medische term voor het stopzetten van de voeding aan ernstig zieke patiënten. Zij raken daardoor in coma en sterven. Vrijwel alle gevallen hebben in verpleeg- en ziekenhuizen plaats.
De fracties van PvdA, VVD, GroenLinks en D66 vinden het laten versterven van ernstig zieke patiënten een medische aangelegenheid waar het openbaar ministerie zich niet mee moet bemoeien.
PvdA-kamerlid Van Heteren vindt dat minister Donner van Justitie zich beter kan inspannen om het aantal meldingen bij euthanasie te vergroten. Op dit moment meldt ongeveer de helft van het aantal artsen niet wanneer zij euthanasie plegen.
VVD-kamerlid Griffith erkent dat er sprake is van een grijs gebied tussen het natuurlijk sterven en euthanasie. „Ik vertrouw erop dat het zorgvuldig gebeurt. Het openbaar ministerie moet niet naast de patiënt in bed gaan liggen.” D66-fractievoorzitter Dittrich: „Mensen willen uit hun lijden worden verlost. Dat is een zaak tussen arts en patiënt.”
De christelijke fracties kiezen een andere invalshoek. Ze vinden het moedig dat De Wijkerslooth het debat heeft aangezwengeld. De fracties hebben donderdag schriftelijke vragen aan minister Donner gesteld over de verschillende begrippen die de ronde doen.
„Het is goed dat het openbaar ministerie het debat aan wil gaan. Ik ga er zonder meer van uit dat artsen in het overgrote deel van de gevallen integer handelen, maar er is wel een probleem. Het is een grijs gebied waar nu geen toetsing mogelijk is. Voor ons staat voorop dat de overheid het leven moet beschermen. Een zekere controle is dus wenselijk”, aldus het CDA-kamerlid Ormel.
ChristenUnie-fractievoorzitter Rouvoet en zijn SGP-collega Van der Vlies denken in grote lijnen hetzelfde. „Er is een groot grijs gebied tussen medisch handelen en actief levensbeëindigend handelen. Laten we daarover met elkaar debatteren”, aldus Van der Vlies. Rouvoet benadrukt dat het ten diepste aankomt op de intentie waarmee artsen hun werk doen. „Dat is moeilijk te controleren, dus daarom moeten we voorzichtig zijn. Maar we moeten er ons ook niet van afkeren, want er gaan ook dingen echt fout.”
De artsenorganisatie KNMG staat afwijzend tegen toezicht op versterven. Volgens een woordvoerder mag er niet naast elke zieke een officier van justitie komen staan. De KNMG denkt dat versterving „in een zeer beperkt aantal gevallen” wordt gebruikt als euthanasie.
NPV-directeur dr. R. Seldenrijk vindt het jammer dat een meerderheid van de Tweede Kamer niet voelt voor een discussie. Hij juicht daarentegen het voorstel van De Wijkerslooth toe als een eerste stap. „Hij maakt een punt. De verwarring over dit onderwerp is groot. Medische besluiten rond het levenseinde moeten uit de schimmige sfeer worden gehaald. Wij pleiten er dan ook voor om elk stervensproces te toetsen.”