„En Filippus deed zijn mond open, en beginnende van diezelve Schrift, verkondigde hem Jezus.”
Zie dan geliefden, hoe volgzaam Gods getrouwe knechten zijn om bij alle gelegenheden heilbegerige zielen naar het hart te spreken. Zij willen woorden van zaligheid in Jezus, als de oorzaak van alle heil aankondigen.

Overtuigde, bekommerde, naar God bedroefde, heilbegerige zielen mogen reikhalzend verlangen naar leraren om woorden der zaligheid te horen spreken. Als voorbeeld dient Cornelius, die van zichzelf, zijn huisgenoten en bijzondere vrienden tot Simon Petrus zei: Wij allen zijn hier tegenwoordig voor God om te horen al hetgeen u van God bevolen is.

Leraren die graag getrouw bevonden worden, verlangen net zo zeer en haasten zich nog veel meer als zij begeren naar hun hart te spreken. Zij hebben reden om vrijmoedig met Paulus te zeggen: „Gij zijt getuigen, en God, hoe heilig, en rechtvaardig en onberispelijk wij u, die gelooft geweest zijn. Gelijk gij weet, hoe wij een iegelijk van u, als een vader zijn kinderen, vermaanden en vertroostten…” (1 Thessalonicenzen 2:10 en 11).

Geliefden, geloof dit, gij overtuigde, bekommerde, naar God bedroefde, heilbegerende zielen. Geloof het ook van mij in het bijzonder.

François Kuiper,
predikant te Woudrichem

(”De eersteling van morenland”, 1738)