„Het is duidelijk dat ze nog maar met weinigen zijn”, zegt een hoge politiefunctionaris over de ETA. „Ze plegen geen aanslagen en ze geven maar weinig uit.”

Vooral door de verbeterde samenwerking met de Franse collega’s heeft de Spaanse politie in de afgelopen jaren tal van kopstukken van de terreurbeweging kunnen oppakken. Bovendien heeft de ETA nauwelijks nog inkomsten, sinds de groepering eerder dit jaar stopte met het afpersen van ondernemers in Baskenland en Navarra. Ze hadden het ook op ondernemers in het Noord-Spaanse Navarra gemunt, omdat dat gebied in de ogen van radicale Baskische nationalisten ook tot Baskenland behoort. Zelf noemden de ETA-leden het geld dat ze ondernemers afhandig maakten een „revolutionaire belasting.”

In april liet de ETA ondernemers weten dat ze niet meer zouden worden afgeperst. De maatregel zou een uitvloeisel zijn van een bestand dat de terreurbeweging enkele maanden eerder had afgekondigd.

Volgens terreurdeskundigen streek de ETA in de jaren negentig en aan het begin van de 21ste eeuw jaarlijks zo’n 28 miljoen euro op aan „revolutionaire belastingen.” De beweging is nu voor een groot deel afhankelijk van de giften van sympathisanten.

De ETA strijdt al tientallen jaren voor een onafhankelijk Baskenland in het noorden van Spanje en het zuidwesten van Frankrijk. Terreuraanslagen van de beweging hebben de afgelopen decennia aan meer dan achthonderd mensen het leven gekost.