Economie

Details nieuw landbouwbeleid op een rijtje

Het nieuwe Europese landbouwbeleid waarover de EU-ministers van Landbouw het donderdag na lang vergaderen eens zijn geworden, bestaat uit een reeks gedetailleerde maatregelen. Een overzicht van de belangrijkste punten.

27 June 2003 08:34Gewijzigd op 14 November 2020 00:24

ONTKOPPELING - Boeren krijgen niet langer subsidie voor elke ton die ze van een bepaald gewas of een bepaalde vleessoort produceren. In ruil krijgen ze een bijdrage die gebaseerd is op wat ze in de periode van 2000 tot 2002 uit de Brusselse potten hebben ontvangen. Wat ze vervolgens produceren, mogen ze grotendeels zelf weten. Dit systeem heet ontkoppeling. Het gaat in per 2005, al mogen lidstaten kiezen voor een overgangstermijn tot 2007.

GRAAN - Landen die dat willen, zoals Frankrijk, mogen de ontkoppeling deels terugdraaien. Zo kunnen ze hun boeren toch nog stimuleren bepaalde gewassen te verbouwen. Bij graan mogen lidstaten maximaal 25 procent van de steun op de ouderwetse manier blijven toekennen en bij vlees zijn er diverse regelingen afhankelijk van het dier; gemiddeld is het daar 40 procent. De graanprijzen blijven gelijk. Een plan om ze te verlagen is afgeschoten.

ONEERLIJKE CONCURRENTIE - Boeren die subsidie krijgen, mogen niet om het even wat produceren. Onder druk van Nederland verliest een landbouwer die overstapt op een gewas waar nooit subsidie voor is gegeven, een deel van zijn toelage. Dat is bedoeld om oneerlijke concurrentie met bijvoorbeeld groentetelers te voorkomen.

WTO - De nieuwe regeling is de munitie waarmee de EU in het najaar gaat onderhandelen met de partners in de wereldhandelsorganisatie (WTO) over vrijere wereldhandel. De EU roept de VS op om het landbouwbeleid te herzien.

STEUN - Opmerkelijk is dat lidstaten uit eigen zak hun landbouwers 10 procent extra mogen geven voor bepaalde gewassen of voor bepaald milieubeleid. Het is voor het eerst sinds lange tijd dat landen weer zelf geld mogen inzetten voor de landbouw, omdat het eigenlijk een exclusief Brusselse bevoegdheid is.

NORMEN EN REGELS - Boeren krijgen hun Europese steun voortaan alleen als ze voldoen aan milieunormen en regels voor dierenwelzijn.

BANENPROJECTEN - De inkomenssteun staat verder onder druk, doordat Brussel allerlei banenprojecten voor het platteland wil steunen. Zo kan een landbouwer die de riek vaarwel zegt en zijn bedrijf omvormt tot kampeerboerderij, een steuntje in de rug krijgen. Vanaf 2005 wordt 3 procent van de inkomenssteun afgeroomd voor dit soort projecten. Een jaar later is het 4 procent en vanaf 2007 krijgen de boeren 5 procent korting op de oorspronkelijke steun. Daarmee ontstaat een jaarlijkse pot van 1,2 miljard euro, die de lidstaten grotendeels zelf mogen besteden. Kleine boeren die minder dan 5000 euro steun per jaar ontvangen, worden niet gekort.

VERDERE KORTING - Een verdere korting is mogelijk als het geld opraakt. Bijvoorbeeld doordat de boeren uit nieuwe lidstaten straks ook recht hebben op steun, of doordat sectoren die straks hun marktbescherming kwijtraken, zoals mogelijk suiker, subsidie nodig hebben.

ZUIVEL - De minimumprijzen voor zuivel gaan omlaag, maar minder dan voorgesteld. Bij de magere melkpoeder gaat de prijs stap voor stap 15 procent omlaag, maar dat was al eerder afgesproken. De boterprijs zakt 25 procent. Gegeven dat uit een kilo melk grosso modo de helft boter en de helft melkpoeder gemaakt kan worden, is de gemiddelde prijsdaling dus 20 procent.

PLAFONDS - Het totale bedrag dat de EU aan de landbouw overmaakt, verschilt van jaar tot jaar wegens de marktomstandigheden. Maar de plafonds die de regeringsleiders vorig jaar oktober hebben afgesproken, blijven overeind, wat er ook gebeurt. Mochten de werkelijke uitgaven het plafond zeer dicht (minder dan 300 miljoen euro) naderen, dan moet de Europese Commissie nieuwe maatregelen voorstellen om de steun te beperken.

ZETMEELAARDAPPELEN - Verder is er nog een reeks aan details afgesproken die voor sommige landen van groot belang zijn, variërend van een nieuwe subsidie voor ’energiegewassen’ (waarmee een nieuwe autobrandstof wordt gemaakt) tot een uitzondering voor melkquota op de Azoren. Een voor Nederland belangrijk detail is dat bij de zetmeelaardappelen de ontkoppeling niet volledig is. De boeren blijven voor 60 procent van hun steun afhankelijk van de daadwerkelijke productie van aardappelen ten behoeve van de zetmeelfabrieken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer