Nederlandse ISAF’ers luchten hun hart
Nederland blijft vredesoperaties uitvoeren, ook al moet het ministerie van Defensie de komende kabinetsperiode 380 miljoen euro per jaar bezuinigen. Aan de vooravond van het kamerdebat over een Nederlandse vredesmissie in Irak bevestigde staatssecretaris Van der Knaap van Defensie in de Afghaanse hoofdstad Kabul de Nederlandse bereidheid: „Onze core business bestaat uit crisisbeheersing. Onze ambitie om aan drie vredesmissies deel te nemen, kunnen we nog steeds waarmaken. Ook met onze bezuinigingsplannen.”
Van der Knaap (CDA) bezocht de Nederlandse ISAF-troepen in de Afghaanse hoofdstad op de derde dag van een korte rondreis door Centraal-Azië. Eerder had hij een bezoek gebracht aan de vliegbasis Manas bij Bishkek in Kirgizistan. Hier nemen zes Nederlandse F-16 -toestellen deel aan de geallieerde operatie ”Enduring Freedom”.
Zijn bezoek had plaats in een week waarin de toekomst van het ministerie van Defensie volop in de belangstelling staat. Defensie heeft een begroting van 7 miljard euro per jaar. Hierop moet de komende tijd flink worden gekort. Bij de krijgsmacht werken circa 70.000 personen. Negenduizend banen zullen vermoedelijk moeten verdwijnen.
Dat Nederland zich in augustus geheel en al terugtrekt uit Afghanistan en in oktober de deelname aan Enduring Freedom beëindigt, staat volgens de staatssecretaris niet in verband met de aangekondigde bezuinigingen op het Nederlandse defensiebudget. „Wij zijn een middelgroot land dat proportioneel heeft deelgenomen aan ISAF. We vonden dat het tijd was voor andere naties om hun verantwoordelijkheden te nemen in dit gebied. Het besluit werd begin dit jaar al genomen.”
Indien de Tweede Kamer akkoord gaat met Nederlandse deelname aan een vredesmissie naar Irak, zullen circa 1000 manschappen van het korps mariniers en ondersteunende troepen naar het Midden-Oosten vertrekken, in dezelfde maand dat de Luchtmobiele Brigade en de staf van het Duits-Nederlandse hoofdkwartier terugkeren vanuit Kabul. Op de vraag of er voor de Nederlanders in Irak lering te trekken valt uit de anderhalf jaar die Nederlandse troepen in Afghanistan hebben doorgebracht, antwoordde de staatssecretaris dat hij niet bezorgd was dat Nederlandse militairen hun taak niet zouden aankunnen. „Ik ben onder de indruk van de manschappen, hoe serieus zij hun taak opvatten en hun verantwoordelijkheid nemen.”
Staatssecretaris Van der Knaap is op het ministerie verantwoordelijk voor manschappen en materieel. Het was de eerste keer dat hij Afghanistan bezocht. Tijdens zijn eendaagse bezoek kreeg Van der Knaap rondleidingen over alle kampementen waar Nederlanders gelegerd zijn. De commandanten grepen de gelegenheid aan om bij hun hoogste baas hun hart te luchten over met name logistieke problemen waarvoor zij zich gesteld zien.
Die bleken uiteen te lopen van gebrek aan genisten en medisch personeel tot klachten over een zogenoemde Forward Air Control-radio om luchtsteun mee op te roepen. Die bleek in de Afghaanse bergen niet te werken, zodat de Nederlanders zich nu moeten redden met een van de Amerikanen geleend exemplaar.
Ook stond men stil bij de frustrerende Haagse bureaucratie en een gebrek aan coördinatie bij het versturen van Nederlandse containers door de Duitse autoriteiten op het militaire vliegveld van Keulen, vanwaar alle apparatuur en gebruiksartikelen van ISAF naar Kabul worden gevlogen. Van der Knaap beloofde deze kwestie aan de orde te stellen bij zijn directiehoofd materieel. „Want het kan natuurlijk niet dat de mannen hier vier weken op een reserve-onderdeel moeten wachten, omdat de papieren van een container niet in orde zijn.”
Tevens werd hem te verstaan gegeven dat het daadwerkelijke vertrek van de Nederlandse troepen vermoedelijk langer zal duren dan algemeen in Den Haag wordt verwacht. Op 11 augustus vindt de overdracht van het commando aan de NAVO plaats. Kapitein Roger Leunissen, verantwoordelijk voor de verhuizing naar Nederland, zei dat hij pas in mei had vernomen dat de Nederlandse inbreng zich compleet en definitief zou terugtrekken, met medeneming van alle materieel. „Ik hoorde anderhalve week geleden dat werkelijk alles mee terug moet, inclusief onze tenten. Is dat wel zo rendabel, kun je je afvragen, in een vliegtuig dat 210.000 euro per vlucht kost? We kunnen op 22 juli ons eerste vrachtvliegtuig vullen en dat rechtstreeks naar Eindhoven laten vliegen, maar we hebben 46 vluchten met een Antonov-vrachtvliegtuig nodig om alles terug te brengen. Dat gaat absoluut niet lukken binnen de gestelde termijn.”
Behalve logistieke ergernis kwam ook de onveiligheid in Kabul aan de orde. De analyses van de specialisten ontliepen elkaar niet veel. Commandant van het korps commandotroepen kapitein Hans Seijkens bracht verslag uit over de activiteiten van de commando’s in het ISAF-gebied. Hij stelde dat de overgrote meerderheid van de Afghaanse bevolking aangeeft dolblij te zijn met ISAF.
Hij werd hierin bijgevallen door de compagniescommandant van het 11e infanteriebataljon van het regiment grenadiers en jagers van de Luchtmobiele Brigade. „Het is maar een kleine groep die ons hier weg wil hebben, maar de dreiging van hun kant neemt elke dag toe en neemt elke dag andere vormen aan. Dan weer worden we gewaarschuwd voor een geel-witte taxi, dan weer moeten we oppassen voor een man op een fiets. In een stad van 3 miljoen mensen is dat eigenlijk niet te doen.”