Boko Haram zaait dood en verderf
APELDOORN – In het noorden van Nigeria zaait de islamistische militie Boko Haram dood en verderf. De terreurgroep sloeg vrijdag toe in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja.
Het noorden van Nigeria wordt al jaren geteisterd door etnisch en religieus geweld. Toneel van de onlusten is vaak de stad Jos, op de grens van het overwegend christelijke zuiden en het overwegend islamitische noorden van Nigeria. Christenen en moslims raken geregeld slaags, met soms honderden doden tot gevolg. Etniciteit en controverses over land verdelen de gemeenschap diep, meer dan religie.
Daarnaast laat de islamistische terreurbeweging Boko Haram („de Nigeriaanse taliban”) frequent van zich horen. De groep zat al achter eerdere bomaanslagen in januari, juni en juli in Abuja en pleegde bovendien vele geweldsdaden in het noorden van het land. Doelwit van de aanslagen is vaak de politie, maar ook christenen moeten het ontgelden. Christenen in het noorden van Nigeria worden vermoord, hun winkels geplunderd, hun kerken met de grond gelijk gemaakt.
Boko Haram (letterlijk ”Westers onderwijs is verboden”) werd in 2002 opgericht in Maidiguri, de hoofdstad van de Nigeriaanse deelstaat Borno en een van de oudste centra van islam in Nigeria, waar in het verleden al vaker islamitische sektes en bewegingen ontstonden. Vanuit de stad, die aan de rand van de Sahara ligt, lopen vanouds lijnen naar de gehele Sahelregio.
De islam in West-Afrika staat te boek als gematigd, waardoor Boko Haram volgens veel waarnemers onder de Nigeriaanse moslimbevolking maar beperkte invloed heeft. De Nigeriaanse onderzoeksjournalist Ahmad Salkida, afkomstig uit de staat Borno, stelt zelfs dat de gemiddelde Nigeriaanse moslim het meest lijdt onder de terreur van Boko Haram. Voor Boko Haram is er maar één islam, en dat is de fundamentalistische vorm.
Volgens cijfers van het Amerikaanse Pew Research Center uit 2009 had iets meer dan de helft van de moslims in Nigeria „vertrouwen” in Osama bin Laden. Boko Haram lijkt daardoor meer dan zomaar een geïsoleerd groepje.
Veel analisten wijzen op de armoede en de werkloosheid onder jongeren die een voedingsbodem scheppen voor de activiteiten van Boko Haram. De stichter van de beweging, Mohammed Yusuf, verwierf veel aanhang met zijn aanklachten tegen de politie en corruptie in de politiek. Boko Haram zegt ook te strijden voor „rechtvaardigheid jegens de armen.” Feit is intussen wel dat arme christenen in het noorden op weinig rechtvaardigheid kunnen rekenen.
In 2009 lanceerde de Nigeriaanse politie een groot offensief tegen Boko Haram, waarbij de compound van de beweging in Maidiguri werd verwoest. De politie nam Yusuf gevangen en doodde hem. De rust keerde echter niet weer. Na de verkiezing van de christelijke premier Jonathan Goodluck, in februari, laaide het geweld opnieuw op. Daarmee bewees de groep bijzonder veerkrachtig te zijn.
Yusuf zou volgens de Nigeriaanse veiligheidsdiensten banden hebben gehad met al-Qaida. Veel analisten betwijfelen dat echter. Ze wijzen erop dat al-Qaida geavanceerdere wapens gebruikt en een veel internationalere agenda heeft. Connecties met de internationale islamitische terreur worden door Boko Haram zelf echter niet ontkend.
Duidelijk is dat Nigeriaanse veiligheidsdiensten er maar niet in slagen het geweld te beteugelen. President Goodluck deed onlangs een aanbod tot dialoog en kondigde amnestie aan. Volgens het leger werkt echter alleen nog geweld.