Gereformeerde Zendingsbond organiseert honderdste zendingsdag
DRIEBERGEN – De honderdste zendingsdag van de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) in de Protestantse Kerk in Nederland, morgen in Doorn, heeft als thema ”Samen gezonden”. Bewust. „Zending is een zaak die nooit uitbesteed kan worden aan een organisatie. Het is iets wat opkomt uit de gemeenten. We kunnen het alleen samen doen.”
De GZB beleeft morgen een bijzondere dag. Voor de honderdste keer wordt de landelijke zendingsdag gehouden – in de openlucht. „En we zijn er inmiddels ook achter dat er al eerder dit soort dagen werd gehouden, nog voor de GZB bestond”, zegt directeur ds. J. P. Ouwehand.
Hoe dan ook, de GZB-zendingsdag in augustus is in hervormd-gereformeerde kringen tot op de dag van vandaag een begrip. „Andere zendingsverenigingen noemden hun dagen indertijd een zendingsféést”, weet ds. K. van Meijeren, voorzitter van het bestuur, uit de historie te melden. Glimlachend: „Dat maakte dat het bestuur van de GZB indertijd best wel aarzelde om ook zo’n dag te organiseren. De benaming zendingsfeest klonk het wel erg frivool in de oren. Uiteindelijk is het dan ook een zendingsdág geworden.”
Overigens was de bijeenkomst in augustus in de piekjaren voor de vele duizenden bezoekers wel een hoogtepunt in het jaar. Ds. Van Meijeren: „Het was voor veel mensen het enige uitje dat ze met hun gezinnen hadden.”
In die jaren telden de zendingsdagen soms meer dan 15.000 bezoekers. Ds. Ouwehand: „De Nederlandse Spoorwegen hadden een aparte dienstregeling om alle mensen goed te kunnen vervoeren en er waren meer dan negentig bussen die vanuit het hele land de bezoekers aanvoerden. Mensen hadden in die tijd lang niet allemaal een eigen auto, dus dat moest collectief geregeld worden.”
Enkele jaren geleden brak de Gereformeerde Zendingsbond met de traditie om de zendingsdag op de eerste donderdag van augustus te houden. „Het werd door de vakanties steeds moeilijker om voor die dag alles geregeld te krijgen. Mensen waren nog op vakantie en ook veel bezoekers vonden dat tijdstip toch niet echt prettig”, aldus de directeur van de GZB.
De leiding van de zendingsorganisatie besloot de dag voortaan te houden op de laatste zaterdag in augustus op het terrein van Hydepark in Doorn. Ds. Ouwehand: „Er zijn de laatste jaren zo rond de 2000 bezoekers. Als gevolg van de verplaatsing van de dag naar de zaterdag zien we wel meer gezinnen met kinderen.”
Beide predikanten spreken van een grote uitdaging voor de GZB als het gaat om de aanscherping van het profiel. Ds. Van Meijeren: „Hoe maken we onze achterban duidelijk dat de GZB een relevante organisatie is? Wij willen een zendingsorganisatie zijn en blijven met een gereformeerde identiteit. Wij zijn geen hulpverleningsorganisatie, al doen wij zeker ook aan hulpverlening in gebieden waar wij werken. Het is niet altijd gemakkelijk om dat zendingsaspect scherp te houden.”
Als voorbeeld noemt ds. Ouwehand het optreden van de GZB in de huidige hongercrisis in de Hoorn van Afrika. „Onze hulpverlening loopt via de gemeenten ter plaatse waarmee we al heel lang contacten hebben. Dat is voor ons heel wezenlijk. Want juist in die samenwerking zit iets wederkerigs. De roeping voor de kerk dáár en voor de gemeenten híér wordt erdoor versterkt.”
Een van de manieren om meer verbinding tussen de gemeenten en het zendingswerk te krijgen, is om gemeenten nadrukkelijk te betrekken bij een bepaalde zendingswerker. „Ook financieel werkt dat goed. We zien bijvoorbeeld al jaren dat de inkomsten uit de algemene collecten teruglopen. Toch blijkt tegelijk dat de algemene inkomsten op peil blijven. Dat komt vooral doordat mensen tegenwoordig wel bereid blijken om geld te geven aan concrete projecten.”
Ds. Ouwehand: „Ook de socialenetwerksites zien we als een podium om de GZB meer profiel te geven. We willen ons daar presenteren waar jongeren te vinden zijn. Toch gaat het ons niet in de eerste plaats om de GZB. We willen dat de gemeente over ons heen verbonden wordt aan het zendingswerk ter plaatse. Daar gaat het om. Zending verbindt.”
„Wie spreekt over Gods zending heeft het over het kloppende hart van de gemeente”, stelt ds. Van Meijeren. „De Zuid-Afrikaanse missioloog David Bosch zei eens treffend: „Voor velen is het bezig zijn met zending het nagerecht; maar het is de hoofdschotel. Een gezonde gemeente is een gezonden gemeente.””
„Hoe wij de GZB graag zien? Als een keurmerk. Als de mensen onder aan een brief of een folder ons logo zien, moet dat vertrouwen geven”, meent ds. Van Meijeren. „En we zijn dankbaar dat wij dat vertrouwen hebben”, vult ds. Ouwehand aan.
Jongeren betrekken bij het zendingswerk is een belangrijke uitdaging voor de ruim honderd jaar oude zendingsorganisatie. Ds. Ouwehand: „Verleden jaar hebben we voor het eerst, voorafgaand aan de zendingsdag, een jongerenevent belegd. Dat was, met ruim 1400 bezoekers, een groot succes. Dit jaar organiseren we opnieuw zo’n bijeenkomst, maar die is wel anders van opzet. We organiseren hem deze keer samen met de HGJB en na een grondige evaluatie hebben we besloten dat het event wat inhoudelijker wordt aangepakt. Wij willen ons nu echt richten op wat zending eigenlijk is en daarmee willen we de zending bij het hart van de jongeren brengen.”
„We hebben een hechte achterban waar we zuinig op zijn”, aldus ds. Van Meijeren. „Tegelijk is de vanzelfsprekendheid van de steun tegenwoordig minder aanwezig. Dat is niet altijd gemakkelijk, maar houdt ons wel scherp. Ook dat is een aspect van het thema van de honderdste zendingsdag: Samen gezonden.”