Economie

Bosbouw nog steeds belangrijk voor Finnen

Finland is allang niet meer economisch afhankelijk van de bosbouw alleen. Dat betekent echter niet dat het belang van deze sector voor de bevoorrading van de globale markt op zich is afgenomen. Integendeel. De hout- en papierindustrie zorgde vorig jaar voor een kwart van de exportinkomsten.

Wim Verseput
25 June 2003 10:29Gewijzigd op 14 November 2020 00:24
HELSINKI - Bosbouw in Finland is nog steeds belangrijk. De omgezaagde bomen zakken in soort vlotten de rivier af. Bij de houtbedrijven worden ze dan weer verzameld. - Foto ABC Press
HELSINKI - Bosbouw in Finland is nog steeds belangrijk. De omgezaagde bomen zakken in soort vlotten de rivier af. Bij de houtbedrijven worden ze dan weer verzameld. - Foto ABC Press

Het aandeel van de elektronische industrie was 28 procent en ook de metaal- en machine-industrie streefde de bosbouwsector nog met 2 procent voorbij. Het stempel dat Finnen met hun bosbouw op de globale markt voor hout en papier hebben weten te zetten, is de afgelopen jaren niettemin steeds duidelijker zichtbaar geworden.

De vijfde en de zesde plaats op de wereldranglijst van grootste hout- en papierconcerns worden, gerekend naar de omzet, ingenomen door de Finse ondernemingen Stora Enso en UPM-Kymmene. Ook op de negende plaats staat een Fins bedrijf: Metsäliito. Deze drie bezetten tevens de eerste plaatsen op rij op de Europese ranglijst. De omvang van deze bedrijven is primair totstandgekomen door meer of minder recente fusies.

Het eind van de bundelingstrend is bovendien nog niet in zicht en dat geldt niet alleen voor de branche in Finland, gelooft Pertti Laine, directeur industrie- en milieubeleid van de federatie van Finse bosbouwbedrijven (FFIF). „Zelfs de aandelen van de grootste concerns op de wereldmarkt zijn op dit ogenblik afzonderlijk niet groter dan 5 procent. Dus we zullen nog wel meer fusies te zien krijgen”, aldus deze branchetopman, die desondanks geen enkele vrees koestert dat dit nadelige gevolgen voor Finland met zich mee zal brengen.

Maar verdwijnt er daardoor mogelijk ook productie en werkgelegenheid naar elders? Laine: „Papierfabrieken kun je inderdaad overal bouwen, maar of die in Finland komen te staan is van secundair belang. Het gaat erom dat de hoofdkantoren en de research en ontwikkeling hier blijven.”

Wat dat laatste betreft lijkt het erop dat de Finnen een sterke troef in handen hebben. De bevolking in het land van de 1000 meren heeft een aantoonbare hang naar nieuwe technologie. Daarvan profiteert niet alleen een mobieletelefoonfabrikant als Nokia, maar ook de bosbouw en de verwerkende industrie. Een groot deel van het succes van de Finse bedrijven in het Europese en globale fusiespel is juist daaraan toe te schrijven, zet Laine uiteen.

„Technologie is het sleutelwoord in dit verband. Twee op de drie bosbouwingenieurs die in Europa afstuderen, komen uit Finland. Dat bewijst dat de bosbouw voor de jongeren hier kennelijk een aantrekkelijk carrièreperspectief te bieden heeft en een goed imago heeft. Het is een cluster dat van alles in huis heeft, van service tot research. Ondanks de concurrentie van andere industrieën zijn velen voor de bosbouw blijven kiezen. Vroeger was het sowieso geen probleem, want toen was er nauwelijks een andere keus.”

Leidinggevend personeel in de papierindustrie verdient momenteel gemiddeld een jaarsalaris van ruim 50.000 euro, technisch personeel 40.000 euro. In de houtbewerkende industrie zijn de salarissen voor die personeelscategorieën 40.000 en 30.000 euro. Een andere factor die positief heeft ingewerkt is volgens Laine verder de entree in de EU geweest, nu zo’n 8,5 jaar geleden.

Finland produceert enorme hoeveelheden hout en daarmee ook papier en karton. Bovendien levert de industrie ook timmerhout. Een paar cijfers zetten de zaak in perspectief. Het aandeel van de Finnen op de wereldexportmarkt voor druk- en schrijfpapier is volgens de FFIF 20 procent en het overeenkomstige cijfer voor karton en andere papierwaren is 12 procent.

Stora Enso is in Europa de grootste timmerhoutleverancier, met in 2002 een aanvoer van 6,8 miljoen kubieke meter. Op de wereldlijst staat het concern nummer twee. En dat terwijl maar een half procent van de wereldwijde oppervlakte aan bos in Finland staat.

Het verhaal over de dreigende ontbossing, dat zich opdringt tegen de achtergrond van deze cijfers, kan de FIFF met een goed geweten ontzenuwen, verzekert Laine. Ook ten aanzien daarvan heeft hij een paar cijfers. Sinds de vroege jaren ’70 van de vorige eeuw groeit er elk jaar in Finland meer bos bij dan er wordt gekapt. In 2002 steeg de groei zelfs naar een record van 80 miljoen kubieke meter.

Het volume dat werd geveld, zat nog dik onder de 70 miljoen kuub. „Wat dat betreft kunnen de mensen met een gerust hart de krant blijven lezen”, grapt Laine, hoewel hij het serieus bedoelt, want de papierindustrie wil natuurlijk net als iedere andere commerciële bedrijfstak wel zoveel mogelijk blijven verkopen. Milieubeheer en de certificering daarvan zijn dan ook in de Finse bosbouw geen echt onbekende zaken.

Een kleine 11 procent (2,24 miljoen hectare) van het beboste areaal is verder streng beschermd, waardoor er helemaal niet mag worden gekapt, zo blijkt uit een overzicht van het milieuministerie in Helsinki. Evenmin verzet zich de Finse industrie tegen het hergebruik van oud papier.

Wat dat aangaat loopt ze keurig in de pas met de Europese branchekoepelorganisatie, de Confederatie van Europese Papierindustrieën (CEPI). „Oud papier is een heel belangrijke grondstof geworden. Hoewel het inzamelingspercentage in Finland hoog ligt, namelijk op zo’n 70 procent, kan daarmee de vraag naar vezel bij de binnenlandse fabrieken maar voor hooguit 5 procent worden gedekt. Dat is de reden dat de industrie hier vooral mikt op kwaliteitspapier.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer