Dat heeft minister Uri Rosenthal van Buitenlandse Zaken aan de Tweede Kamer geschreven. Sinds 2003 zijn er geen politieke en ambtelijke bezoeken meer aan Cuba afgelegd. Dat zal op korte termijn ook niet gebeuren. Wel zal Nederland de contacten met maatschappelijke organisaties en de „vreedzame oppositie” voortzetten en is er ruimte om economische belangen te behartigen, aldus Rosenthal.

De Nederlandse regering, die meer vrijheid en welvaart in Cuba wil, vindt de Europese Unie het meest geschikte kanaal om druk uit te oefenen en de hervormingen te ondersteunen die volgens de minister nu nog niet toereikend zijn.

Cuba liet in de afgelopen maanden, na bemiddeling van de Rooms-Katholieke Kerk en Spanje, 126 politieke gevangenen vrij. „Hoewel dit als een positieve stap kan worden gezien, is het nog steeds slecht gesteld met de burger- en politieke rechten”, stelt Rosenthal.